Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 227 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte actief deelneemt aan de gedragsinterventie Cova of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte zich laat behandelen door de forensische verslavingszorg van Novadic-Kentron of een soortgelijke zorgverlener, en indien op aanwijzing meewerken aan diagnostiek te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
een taakstraf van 240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
* 63 telefoons met goednummer PL2000-2024070977-G2736374;
mr. R.J.H. Goossens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen en
mr. R. Heitzman griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 januari 2025.