ECLI:NL:RBZWB:2025:2873

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
02-800864-14
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1980. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, toegewezen. De betrokkene verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) en heeft een complexe psychiatrische achtergrond, waaronder schizofrenie en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is, vooral in het geval van middelengebruik, en dat de betrokkene blijvende ondersteuning nodig heeft. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van de tbs-instelling, die heeft geadviseerd de tbs te verlengen, en met de procesgang, waarin de betrokkene en zijn raadsman zijn gehoord. De rechtbank concludeert dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen en om een vierde resocialisatiepoging mogelijk te maken. De beslissing is genomen in het belang van de betrokkene en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800864-14
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 29 april 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
thans verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC)
[tbs-instelling] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 26 maart 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 22 januari 2024 tot en met 10 februari 2025;
- het rapport van FPC [tbs-instelling] van 3 maart 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 28 april 2015 is betrokkene, wegens poging tot moord, ontslagen van alle rechtsvervolging en veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 13 mei 2015 aangevangen en laatstelijk bij beslissing van 23 april 2024 verlengd met één jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 29 april 2025 is de officier van justitie mr. G.W. van der Burg gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.R.J. Schönfeld, advocaat te Breda. Verder is de [deskundige] , hoofd behandeling bij de tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. Daartoe is het volgende aangevoerd.
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een autismespectrumstoomis. Ook is sprake
van een stoornis in het gebruik van cannabis (ernstig), cocaïne (licht), alcohol (licht) en
amfetamine (licht). Het gebruik van cocaïne is in remissie, maar het gebruik
van cannabis, alcohol en amfetamine niet.
Op belangrijke levensterreinen, zoals wonen, dagbesteding en relatie, functioneert
betrokkene moeizaam en heeft hij blijvend ondersteuning nodig. Daarnaast is sprake van
recidiverende stemmingsklachten met een gebrekkig zelfvertrouwen, depressieve
kenmerken zich uitend in wanhoop, ervaren uitzichtloosheid en anhedonie.
De tbs-instelling schat het recidiverisico bij een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel in op hoog. Tot op heden is er nog niets geregeld op het gebied van leefomstandigheden, professionele ondersteuning en plannen. Voor betrokkene is een rustig en voorspelbaar klimaat met veel begeleiding en toezicht alsook beperkte vrijheden van belang om psychiatrisch stabiel te blijven functioneren. Gelet op de problematiek van betrokkene is het realistisch om te veronderstellen dat hij blijvend (incidenteel) positief zal scoren op het gebruik van cannabis, alcohol en/of harddrugs.
Betrokkene verblijft opnieuw op de pré-resocialisatieafdeling [afdeling] , gelegen binnen de beveiligde ring van de tbs-kliniek. Hij laat zich niet altijd goed bijsturen, maar binnen het huidige tbs-kader bestaat wel overeenstemming over de noodzaak voor blijvend gebruik van zijn antipsychotische medicatie. De copingvaardigheden van betrokkene schieten tekort om adequaat te reageren op stresserende omstandigheden. Spanningen zijn duidelijk zichtbaar voor zijn begeleiding en kunnen daarmee ook tijdig gecoupeerd worden, zodat een gevaarzettende dynamiek kan worden voorkomen. Indien het tbs-kader ontbreekt, is het de inschatting dat betrokkene het risicomanagement direct ondermijnt en dat hij direct zal terugvallen in middelengebruik met een gevaarzettende dynamiek als gevolg. De reeds mislukte resocialisatiepogingen laten eveneens zien dat wanneer betrokkene iets meer vrijheid wordt gegeven, hij direct vervalt in het gebruik van en handel in drugs. Het meest recente resocialisatietraject, richting de reguliere GGZ, is daardoor ook gestrand. Een verblijf binnen een FPC of een vervolgplek met een verhoogd beveiligingsniveau waar betrokkene langdurig kan verblijven, ligt in de rede. Bij veel vervolgplekken is actueel middelengebruik echter een exclusiecriterium voor opname, waardoor uitplaatsing van betrokkene lastig is en een impasse daarmee op de loer ligt.
Ter zitting heeft de [deskundige] daaraan nog het volgende toegevoegd. Het verblijf van betrokkene in een tbs-instelling is niet meer nodig, maar de tbs wel. De samenwerking met betrokkene verloopt goed en binnen de huidige structuur is er geen sprake van een recidiverisico. Zijn psychotische symptomen zijn goed te behandelen. Betrokkene is in het kader van resocialisatie driemaal eerder geplaatst bij een vervolginstelling, maar is wegens drugsgebruik telkens teruggeplaatst naar de tbs-instelling. De verslavingsbehandeling van betrokkene is wegens een gebrek aan intrinsieke motivatie gestopt. Momenteel is er geen perspectief op een vervolgplek. Wel zal er in mei 2025 een intakegesprek plaatsvinden bij [zorggroep] . Hier zou betrokkene, indien hij wordt geplaatst, in het kader van transmuraal verlof terecht kunnen voor een langdurig verblijf. Gelet daarop is een verlenging van twee jaar noodzakelijk. Een verblijf bij [zorggroep] in het kader van proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel is niet mogelijk. Er heeft geen zorgconferentie plaatsgevonden.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. De algemene veiligheid is nog steeds in het geding. Het recidiverisico is hoog wanneer betrokkene drugs gebruikt en kan onvoldoende worden beheerst zonder een tbs-maatregel.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit de tbs met twee jaar te verlengen. Wanneer het intakegesprek bij [zorggroep] een plaatsing oplevert, kan betrokkene zich daar verder ontwikkelen.
Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij graag van de tbs af wil, maar dat hij [zorggroep] als een passende vervolgplek ziet.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium: er is bij betrokkene sprake van onder meer verslavingsproblematiek en gevoeligheid voor psychoses. Voor betrokkene geldt dat middelengebruik zijn gevoeligheid voor psychoses nog versterkt, waardoor het risico op recidive verder toeneemt. Dit betekent dat het recidiverisico hoog is wanneer de zorg, het toezicht en de begeleiding door de tbs-instelling zouden wegvallen.
De rechtbank is van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege moet worden verlengd om een vierde resocialisatiepoging in gang te zetten. Een plaatsing van betrokkene bij [zorggroep] is nog niet zeker en betrokkene moet in het kader van transmuraal verlof eerst naar meer vrijheden toewerken. Indien betrokkene niet bij [zorggroep] kan worden geplaatst, is een andere vervolginstelling niet zomaar gevonden. Een verlenging van de tbs met twee jaar is dan ook noodzakelijk. De rechtbank gaat ervan uit dat de tbs-instelling zich inspant zo spoedig mogelijk een passende vervolgvoorziening voor betrokkene te vinden, en daarvoor al dan niet een zorgconferentie houdt.
Gelet op dat wat hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. drs. J.M.J.C. Paijmans, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. van Spelde en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 april 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.