ECLI:NL:RBZWB:2025:283

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
BRE 23/9729 WMO15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om maatwerkvoorziening op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen. Eiser had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening voor dagbesteding op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), welke door het college was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen deze afwijzing beoordeeld. Eiser was niet verschenen op de zitting, maar had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in zijn besluit van 23 januari 2023 duidelijk had meegedeeld dat eiser recht had op specialistische begeleiding, maar dat de aanvraag voor dagbesteding was afgewezen omdat er een algemene voorziening beschikbaar was. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat de algemene voorziening niet passend was, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de dagopvangplekken die door het college waren voorgesteld, passend waren voor eiser en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de kwalificaties van de medewerkers van de aanbieders. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor maatwerkvoorziening voor dagbesteding door het college terecht was.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/9729 WMO15

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. K. Wevers),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een maatwerkvoorziening op grond van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
1.1.
Het college heeft eisers aanvraag voor een maatwerkvoorziening voor dagbesteding met het besluit van 23 januari 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 9 augustus 2023 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van die aanvraag gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 8 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens het college [naam 1] en [naam 2] . Eiser en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 24 juni 2022 heeft het college een melding ontvangen dat eiser aanspraak wil maken op ondersteuning vanuit de WMO.
3. Op 20 juli 2022 heeft er een gesprek plaatsgevonden bij [organisatie 1] . Aanwezig waren eiser, mevrouw [naam 3] (vanuit [organisatie 1] ) en de klantondersteuner (mevrouw [naam 1] ).
4. Op 27 september 2022 is een budgetplan aangeleverd. In dit budgetplan is vermeld dat eiser 5 uur individuele begeleiding wil inkopen en 30 uur dagbesteding. Aan eiser is vervolgens meegedeeld dat hij een persoonsgebonden budget (pgb) voor begeleiding kan krijgen. Zijn verzoek om een maatwerkvoorziening voor dagbesteding zal worden afgewezen omdat er een algemene voorziening is voor dagbesteding.
In reactie op deze mededeling heeft eiser gesteld het niet eens te zijn met de weigering een voorziening voor dagbesteding toe te kennen. De dagbestedingen die als algemene voorzieningen worden aangeboden zijn niet passend volgens eiser.
5. Met het besluit van 23 januari 2023 is de aanvraag van eiser voor een maatwerkvoorziening dagbesteding afgewezen. In dit besluit is ook vermeld dat van 20 juli 2022 tot en met 26 maart 2023 5 uur specialistische begeleiding wordt gecompenseerd. Vanaf 27 maart 2023 is dat 3 uur specialistische begeleiding voor de duur van 6 maanden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
6. Op 31 januari 2023 heeft het college aan eiser (normaals) meegedeeld dat aan hem van 20 juli 2022 tot en met 26 maart 2023 de voorziening individuele begeleiding wordt toegekend voor 5 uur per week. Van 27 maart 2023 tot en met 26 september 2023 wordt dit verlaagd naar 3 uur per week, met de bijbehorende tarieven per periode.
7. Met het besluit van 15 juni 2023 is aan eiser 5 uur individuele begeleiding toegekend over de periode 27 maart 2023 tot en met 31 december 2023, met daarbij de opmerking dat een mogelijk eerder besluit over dezelfde voorziening(-en) wordt ingetrokken per ingangsdatum van dit besluit.
8. Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

Wat is de strekking van het besluit van 23 januari 2023.
9. De rechtbank ziet zich eerst voor de vraag gesteld wat de strekking is van het besluit van 23 januari 2023. Buiten de weigering een maatwerkvoorziening voor dagbesteding toe te kennen, is in dit besluit immers ook iets opgenomen over de toekenning van een maatwerkvoorziening voor specialistische begeleiding.
10. Ter zitting is door het college gesteld dat het besluit over de begeleiding al voorafgaand aan het besluit van 23 januari 2023 afgegeven had moeten worden. Dit is niet gedaan, waarna alsnog op 31 januari 2023 een besluit is afgegeven over de begeleiding. Het college stelt zich op het standpunt dat in het besluit van 23 januari 2023 nog geen besluit is genomen over de maatwerkvoorziening begeleiding.
11. De rechtbank stelt vast dat in het besluit van 23 januari 2023 duidelijk en zonder voorbehoud is meegedeeld dat eiser recht heeft op specialistische begeleiding. Dat het mogelijk niet de bedoeling was van het college om in het besluit van 23 januari 2023 te beslissen over het recht op een maatwerkvoorziening in de vorm van specialistische begeleiding, maakt dat niet anders. Met het besluit van 23 januari 2023 is dan ook beslist op de aanvraag voor begeleiding. De brief van 31 januari 2023 is daarmee een herhaling van wat al eerder is besloten en kan daarom niet aangemerkt worden als een besluit. Bij de verdere beoordeling gaat de rechtbank er dan ook van uit dat in het besluit van 23 januari 2023 zowel een besluit is afgegeven over de dagbesteding, als over de begeleiding.
Omvang geding in beroep12. Met het besluit van 15 juni 2023 is alsnog specialistische begeleiding toegekend voor 5 uur per week vanaf 27 maart 2023 en wel tot en met 31 december 2023. Eiser heeft gevraagd om 5 uur begeleiding. Ook in zijn zienswijze en tijdens de hoorzitting is om 5 uur begeleiding gevraagd. Dit betekent dat met het besluit van 15 juni 2023 volledig is tegemoet gekomen aan eiser voor zover het gaat om de aanvraag voor begeleiding. De in beroep opgeworpen, en overigens niet verder onderbouwde, stelling dat eiser recht heeft op 6 uur begeleiding per week valt dus buiten de omvang van zijn aanvraag en daarmee ook buiten de omvang van het geding. De rechtbank zal die beroepsgrond daarom verder onbesproken laten.
Wat beoordeelt de rechtbank?
13. De rechtbank beoordeelt of het college terecht heeft besloten dat eiser niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening dagbesteding. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
14. De rechtbank is van oordeel dat het college terecht heeft geweigerd om een maatwerkvoorziening voor dagbesteding toe te kennen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
15. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Standpunt eiser
16. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een algemene voorziening die voor iedereen beschikbaar is. Er is sprake van een medische beoordeling wat niet past binnen de laagdrempeligheid van algemene voorziening. Ter onderbouwing van deze stelling heeft eiser verwezen naar de website van de gemeente. Eiser heeft opgemerkt dat niet beoordeeld kan worden of de dagbestedingen, genoemd door het college, passend zijn. Eiser heeft stukken opgevraagd met betrekking tot de aanbieders en de kwalificaties van de medewerkers. Deze stukken heeft hij niet ontvangen. Eiser heeft zelf navraag gedaan bij aanbieders en daaruit volgt dat de aangeboden dagbesteding niet passend is. De reguliere dagbesteding is niet passend voor eiser, gelet op de bredere problematiek. Eiser heeft verder nog aangevoerd dat het college geen rekening heeft gehouden met de continuïteit van de zorg, de voorkeuren van eiser en dat het onverantwoord is om eiser naar de standaardopvang te sturen.
Overwegingen rechtbank
Wat is een algemene voorziening?
17. Een algemene voorziening is een voorziening die zonder voorafgaand onderzoek toegankelijk is. [1]
In de Memorie van Toelichting (MvT) is over een algemene voorziening het volgende opgenomen:
Om van een algemene voorziening gebruik te kunnen maken, is geen uitgebreid onderzoek naar de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager noodzakelijk. Een formele beslissing (beschikking) van de gemeente is niet nodig. De aanvrager die tot de doelgroep van de voorziening behoort, kan er meestal meteen gebruik van maken. Is de aanvrager van mening dat hij niet voldoende wordt ondersteund met een algemene voorziening, dan geeft hij dat aan bij de persoon met wie hij contact heeft gehad, dan kan hij een maatwerkvoorziening aanvragen. [2]
en
Kenmerkend voor een algemene voorziening is dat het gaat om in beginsel vrij toegankelijke – dat wil zeggen: zonder dat eerst een diepgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers – diensten, activiteiten of zaken, gericht op zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang. Om misverstand te voorkomen, zij erop gewezen dat het uiteraard ook mogelijk is dat iemand die een aanvraag om een maatwerkvoorziening doet, nadat het college zijn behoefte aan ondersteuning heeft onderzocht, naar een algemene voorziening wordt verwezen. De diensten, activiteiten of zaken kunnen toegankelijk zijn voor specifieke groepen of soms ook voor de gehele bevolking. [3]
Uit de MvT volgt dat in het kader van de beoordeling of iemand toegang heeft tot een algemene voorziening een algemeen onderzoek kan plaatsvinden. Het enkele feit dat een (globaal) onderzoek plaatsvindt, betekent dus niet zondermeer dat er geen sprake meer kan zijn van een algemene voorziening.
Is er sprake van een algemene voorziening?
18. Eiser heeft, met verwijzing naar de website van de gemeente, opgemerkt dat er een (medisch) onderzoek plaatsvindt en dat er daarom geen sprake is van een algemene voorziening. Ter zitting heeft het college toegelicht dat door [organisatie 2] en [organisatie 3] (de hoofdaanbieders van de dagbestedingen) geen uitgebreid onderzoek wordt gedaan en evenmin door de ‘onderaannemers’. Een belanghebbende kan zich telefonisch melden of via de website, waarbij de belanghebbende een voorkeur voor de soort dagbesteding kan aangeven. Vervolgens vindt er een gesprek plaats tussen de belanghebbende en de zorgaanbieder en wordt gekeken wat het beste bij de belanghebbende past. Daarbij wordt uitgegaan van de beperkingen die een belanghebbende zelf aangeeft te hebben. Een medisch onderzoek wordt dus niet verricht.
19. De rechtbank stelt vast dat het onderzoek, zoals weergegeven ter zitting door het college, uitsluitend bedoeld is om te bepalen welke dagbesteding het beste aansluit bij de wensen van een belanghebbende en de beperkingen die hij zelf stelt te hebben. Dat er een gesprek plaatsvindt om hierover duidelijkheid te krijgen is logisch en maakt niet dat gesproken moet worden van een uitgebreid c.q. diepgaand onderzoek. De rechtbank is daarom van oordeel dat er sprake is van een vrij toegankelijke voorziening. Eiser wordt dan ook niet gevolgd in zijn stelling dat er geen sprake is van een algemene voorziening.
Is de algemene voorziening passend voor eiser?
20. Vervolgens ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of de dagopvangplekken die kunnen worden aangeboden passend zijn voor eiser. Het college heeft een aantal dagopvangplekken als voorbeeld genoemd die voor eiser passend zouden zijn.
21. In de beslissing op bezwaar is het college gemotiveerd ingegaan op de bezwaren die eiser tegen deze dagopvangplekken naar voren heeft gebracht. Daarbij heeft het college inzichtelijk toegelicht waarom de genoemde dagopvangplekken een passende oplossing zijn voor eiser. Eiser is in beroep op die motivering niet ingegaan en heeft volstaan met te herhalen wat hij in bezwaar heeft gesteld.
22. Ter toetsing in beroep ligt voor het bestreden besluit. Omdat eiser niet concreet heeft aangegeven waarom hij het niet eens is met de motivering daarvan, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat die motivering onjuist of ontoereikend is. De rechtbank twijfelt er dan ook niet aan dat de dagopvangplekken passend zijn voor eiser.
23. Eisers stelling dat het college stukken had moeten overleggen over de aanbieders en de kwalificaties van de medewerkers volgt de rechtbank niet. Zoals hiervoor is opgemerkt heeft het college voldoende inzichtelijk gemotiveerd waarom de aangeboden dagopvang passend is voor eiser. Zonder nadere onderbouwing van eiser heeft de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de kwalificaties van de individuele medewerkers. Verder heeft het college ter zitting nog gesteld dat er vanuit de zorgaanbieders gekeken wordt of iemand in een groep moet komen met gespecialiseerde ondersteuners of met algemene ondersteuners. Ook hieruit volgt dat er door de aanbieders binnen de groep ondersteuners met verschillende gekwalificeerde medewerkers wordt gewerkt.
24. Op basis van het voorgaande kan de rechtbank het college volgen in zijn stelling dat er sprake is van een algemene voorziening en dat die ook passend is voor eiser. Aan de overige gronden van eiser ligt zijn stelling ten grondslag dat er geen sprake is van een passende algemene voorziening. Zoals eerder overwogen is dat niet juist. Die gronden van eiser kunnen daarom evenmin slagen.

Conclusie en gevolgen

25. Uit alles wat hiervoor is overwogen, volgt dat het college op goede gronden heeft geweigerd om een maatwerkvoorziening toe te kennen voor dagbesteding. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiser geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiser het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van
A.J.M. van Hees, griffier, op 22 januari 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wmo
Artikel 1.1.1, eerste lid, (voor zover hier van belang)
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 2.3.2 eerste lid
Indien bij het college melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, voert het college in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, een onderzoek uit overeenkomstig het tweede tot en met achtste lid. Het college bevestigt de ontvangst van de melding.
Artikel 2.3.5, derde lid
Het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Integrale verordening Wmo en Jeugd 2021 gemeente Vlissingen
Artikel 23, aanhef en onder b
In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder algemene voorziening: voorziening die rechtstreeks toegankelijk is zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de cliënt.
Artikel 27, derde lid, onder a
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt als de cliënt de problemen kan verminderen of wegnemen door gebruik te maken van eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen;
Artikel 27, derde lid onder b,
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt als voor de belemmeringen die aanleiding geven voor de noodzaak tot ondersteuning, een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat.
1e wijziging Integrale verordening Wmo en Jeugd 2021 gemeente Vlissingen.
Artikel I
De Integrale verordening Wmo en Jeugd 2021 gemeente Vlissingen wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 23 onder b wordt als volgt gewijzigd:
b. algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning.
Beleidsregels Wmo & Jeugd Gemeente Vlissingen Juni 2021
2.5
Algemene voorzieningen
Algemene voorzieningen zijn laagdrempelig toegankelijk. In de gemeente is een gevarieerd aanbod aan voorzieningen aanwezig, zoals de inzet vanuit de buurtteams. Met de activiteit of ondersteuning die via deze algemene voorzieningen wordt geboden, kan een individuele inwoner (een deel van) zijn participatieproblemen verminderen en/of zijn zelfredzaamheid verhogen. In deze gevallen is het niet noodzakelijk een maatwerkvoorziening in te zetten of kan volstaan worden met een aanvulling op de algemene voorziening. Er zal altijd op individueel niveau onderzocht worden of belanghebbende met de algemene voorziening voldoende resultaat kan behalen.

Voetnoten

1.Artikel 1.1.1. Wmo
2.Kamerstukken II, 2013-2014, 33 841, nr. 3, blz. 33 en 34
3.Kamerstukken II, 2013-2014, 33 841, nr. 3, blz 111