ECLI:NL:RBZWB:2025:280
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestuurlijke boete niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling griffierecht
Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam], wonende in [plaats], en de burgemeester van de gemeente Schouwen-Duiveland. Het beroep van [naam] was gericht tegen een besluit van de burgemeester van 26 april 2024, waarbij het bezwaar van [naam] tegen het opleggen van een bestuurlijke boete ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet tijdig is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat degene die beroep instelt, griffierecht moet betalen. De griffier had [naam] in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar dit is niet gebeurd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam] geen goede reden heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.