ECLI:NL:RBZWB:2025:279

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
BRE 23/12189 Wajong
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering door het UWV

Op 20 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over zijn recht op een Wajong-uitkering. Eiser had in 2015 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke was afgewezen. Na een nieuwe aanvraag in 2022, die ook werd afgewezen, heeft eiser beroep aangetekend. De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij eiser aanwezig was en het UWV vertegenwoordigd werd door mr. H.J.J. Verhoeven.

De rechtbank heeft beoordeeld of het UWV terecht heeft geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit van 2015 en of eiser recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiser heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden kunnen aandragen die de afwijzing van 2015 zouden onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser per 22 februari 2022 arbeidsvermogen heeft en daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen veranderingen zijn in de medische situatie van eiser ten opzichte van 2015 en dat hij niet voldoet aan de criteria voor een Wajong-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst partijen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/12189 Wajong
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV over zijn recht op een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong).
1.1.
In 2015 heeft eiser een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) aangevraagd. Bij besluit van 28 september 2015 heeft het UWV zijn aanvraag afgewezen.
1.2.
Op 22 februari 2022 heeft eiser opnieuw een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend. Het UWV heeft de aanvraag van eiser met het besluit van 8 maart 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 november 2023 op het bezwaar van eiser is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 20 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en namens het UWV mr. H.J.J. Verhoeven.
1.4.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd om terug te komen op het besluit van 28 september 2015. Ook zal beoordeeld worden of het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser per 22 februari 2022 arbeidsvermogen heeft en daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
3. Met het besluit van 28 september 2015 heeft het UWV geweigerd een Wajong-uitkering aan eiser toe te kennen. Eiser zal nieuwe feiten of omstandigheden moeten aandragen waaruit blijkt dat het besluit van 28 september 2015 niet juist is. Eiser heeft ter zitting erkend dat geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Het UWV heeft dan ook terecht besloten om niet terug te komen op het besluit van 28 september 2015.
4. Over de datum 22 februari 2022 heeft het UWV gerapporteerd dat er niets is veranderd in de medische situatie van eiser ten opzichte van 2015. Eiser is het daar ook wel mee eens. Voor eiser is het in de loop der jaren duidelijk geworden dat zijn medische situatie niet beter zal worden. Dit is echter onvoldoende om een Wajong-uitkering toe te kennen.
5. In het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten zijn vier criteria genoemd voor een uitkering op grond van de Wajong, zoals die sinds 2015 geldt. Als aan één van die criteria is voldaan en de situatie is duurzaam, dan bestaat er recht op een Wajong-uitkering. Eiser stelt dat hij voldoet aan één van die criteria. Volgens hem is hij geen 4 uur per dag belastbaar.
6. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd gesteld dat eiser wel 4 uur per dag belastbaar is. Zoals in 2015 al is gerapporteerd, moet er daarbij wel rekening mee worden gehouden dat eiser is aangewezen op een goede structuur, er geen sprake is van stress en dat hij begeleiding krijgt.
7. Uit de medische stukken die eiser heeft overgelegd blijkt niet dat hij geen 4 uur per dag belastbaar is. In het dossier zit verder ook geen informatie waaruit dit blijkt. De rechtbank heeft daarom geen aanleiding te twijfelen aan het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiser 4 uur per dag belastbaar is.
8. Dat eiser niet voldoet aan een van de andere criteria van de Wajong is niet betwist. Dit betekent dat eiser arbeidsvermogen heeft. Het UWV heeft daarom terecht geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
9. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2025 door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.