ECLI:NL:RBZWB:2025:279
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering door het UWV
Op 20 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over zijn recht op een Wajong-uitkering. Eiser had in 2015 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke was afgewezen. Na een nieuwe aanvraag in 2022, die ook werd afgewezen, heeft eiser beroep aangetekend. De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij eiser aanwezig was en het UWV vertegenwoordigd werd door mr. H.J.J. Verhoeven.
De rechtbank heeft beoordeeld of het UWV terecht heeft geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit van 2015 en of eiser recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiser heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden kunnen aandragen die de afwijzing van 2015 zouden onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser per 22 februari 2022 arbeidsvermogen heeft en daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen veranderingen zijn in de medische situatie van eiser ten opzichte van 2015 en dat hij niet voldoet aan de criteria voor een Wajong-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst partijen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.