Uitspraak
[eiser],
[bedrijf van gedaagde],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiseres, een vennootschap onder firma, een overeenkomst gesloten met gedaagde, die wegbelijning verzorgt, voor het aanbrengen van wegbelijning op een parkeerterrein. Eiseres heeft een voorschot van € 3.616,99 betaald, maar gedaagde heeft de werkzaamheden niet uitgevoerd binnen de afgesproken termijn. Na het verstrijken van deze fatale termijn heeft eiseres de overeenkomst ontbonden en terugbetaling van het voorschot geëist. Gedaagde heeft echter niet betaald en is van mening dat hij recht heeft op een kans om het werk alsnog uit te voeren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst. De rechter heeft vastgesteld dat de fatale termijn is verstreken zonder dat gedaagde de werkzaamheden heeft verricht, waardoor eiseres bevoegd was de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde wettelijke handelsrente, die niet toewijsbaar was. In plaats daarvan is de wettelijke rente toegewezen vanaf het moment dat gedaagde in verzuim was.
Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten aan eiseres toegewezen, omdat gedaagde in het ongelijk is gesteld. De rechter heeft bepaald dat gedaagde het voorschot, de incassokosten en de proceskosten moet terugbetalen, met wettelijke rente, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.