In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op de melding wijziging gezondheid op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) van 24 september 2024. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is. Dit is mogelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiseres heeft op 24 september 2024 een aanvraag ingediend bij het UWV, maar het UWV heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft het UWV op 3 december 2024 in gebreke gesteld, waarna de wettelijke termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank oordeelt dat het UWV alsnog een besluit moet nemen en legt een beslistermijn op van vier maanden, in plaats van de standaard twee weken, om recht te doen aan de zorgvuldigheid van de heroverweging.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt het UWV op om binnen vier maanden een besluit bekend te maken. Tevens moet het UWV het griffierecht van € 53,- en een proceskostenvergoeding van € 453,50 aan eiseres vergoeden.