Op 1 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het UWV. Eiseres had beroep ingesteld omdat het UWV niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de beëindiging van haar Ziektewetuitkering per 14 maart 2024. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, aangezien de beslistermijn was overschreden. Eiseres had op 23 maart 2024 bezwaar gemaakt, maar het UWV had pas op 5 september 2024 in gebreke gesteld. De rechtbank besloot dat het UWV alsnog binnen twee maanden na de dagtekening van het verweerschrift, dat op 7 april 2025 was, een besluit moest nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die in totaal € 453,50 bedroegen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, in aanwezigheid van griffier J. Stevens, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.