In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen. Eiser stelt dat het college niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar tegen het besluit van 30 mei 2023, dat betrekking heeft op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn was verstreken voordat eiser het college op 30 januari 2025 in gebreke heeft gesteld. Aangezien het college nog geen nieuw besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat het college dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft ook verzocht om de hoogte van de dwangsom vast te stellen, maar de rechtbank oordeelt dat de bestuurlijke dwangsom niet van toepassing is op besluiten op grond van de Woo. De rechtbank concludeert dat het college het griffierecht van € 194,- aan eiser moet vergoeden en een proceskostenvergoeding van € 453,50 moet betalen. De uitspraak is gedaan door rechter M. Snoeks en is openbaar gemaakt op 22 april 2025.