Uitspraak
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres] V.O.F., uit [plaats] , eiseres
Woongoed Zeeuws-Vlaanderente Terneuzen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eiseres V.O.F. tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen behandeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van 29 woningen, die op 13 augustus 2024 is verleend. De rechtbank heeft op 10 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en enkele andere personen. Het college werd vertegenwoordigd door mr. C.J. IJdema en een andere vertegenwoordiger. De rechtbank beoordeelt of het college de omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen verlenen, met inachtneming van de beroepsgronden van eiseres.
De rechtbank constateert dat de vergunninghouder op 11 december 2023 een aanvraag heeft ingediend voor de omgevingsvergunning. Het college heeft op 9 april 2024 een ontwerpbesluit ter inzage gelegd, waartegen eiseres haar zienswijze heeft ingediend. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit is gebaseerd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 januari 2024 is vervangen door de Omgevingswet. De rechtbank concludeert dat het oude recht van toepassing blijft op aanvragen die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn ingediend.
Eiseres heeft betoogd dat bij de verlening van de omgevingsvergunning geen rekening is gehouden met haar bedrijfsvoering, die geluid- en geurhinder kan veroorzaken voor de toekomstige woningen. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd, omdat niet is beoordeeld of de bedrijfsvoering van eiseres door de nieuwe woningen wordt belemmerd. De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen door alsnog een verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad te vragen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.