Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
.
1.De procedure
2.Het verschoningsverzoek
“Beslissing: Ik ga de zaak aanhouden voor het indienen van een verschoningsverzoek, omdat ik mezelf vrij moet voelen zonder een dergelijk voorbehoud de zaak te behandelen. Als de verschoningskamer een beslissing heeft genomen komt er zo spoedig mogelijk een nieuwe datum.”De rechter heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd de bekendheid met de voorzitter van de Raad van Toezicht in combinatie met het voorbehoud dat werd gemaakt en dat de gemachtigde van verweerster niet uitsloot dat hij mogelijk tijdens de zitting alsnog bezwaar zou maken. Uit het hierdoor geciteerde stuk volgt dat de rechter zich na de schorsing niet meer vrij voelde om de zaak verder te behandelen. Gelet hierop is de verschoningskamer met de rechter van oordeel dat door het doen van een verschoningsverzoek de schijn van partijdigheid wordt vermeden. Het verzoek zal daarom worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.