Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
subsidiair ten laste gelegd als het met [slachtoffer] , die toen nog geen zestien jaar oud was, plegen van ontuchtige handelingen.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
[slachtoffer].
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
9.Bijlage I
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige
handelingen, bestaande uit het betasten van de schouder en/of borsten en/of
bovenbenen van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld en/of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
uit het naast die [slachtoffer] gaan zitten en het onverhoeds betasten van de schouder
en/of borsten en/of bovenbenen van die [slachtoffer] ;
kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode 11 juli 2023 te [plaats] , gemeente Sluis, in elk geval
in Nederland, met [slachtoffer] , geboren [datum 2] 2007, die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen
heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de schouder en/of borsten en/of
bovenbenen van die [slachtoffer] .
( art 247 Wetboek van Strafrecht )