Op 2 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2021. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, vanwege zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van het kind. De ouders, de moeder en de vader, zijn betrokken bij de procedure, waarbij beide partijen hun standpunten hebben gepresenteerd. De moeder is belast met het eenhoofdig gezag en heeft zorgen geuit over het drugsgebruik van de vader, wat een risico vormt voor de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde relatie tussen de ouders, met escalaties en geweld, en dat de vader onvoldoende in staat is om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, met als doel de communicatie tussen de ouders te verbeteren en de veiligheid van de minderjarige te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.