Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- het betasten van de borst van die [aangeefster] en
- het betasten van de schaamstreek van die [aangeefster] ,
en bestaande die andere feitelijkheid uit het dicht naast die [aangeefster] gaan liggen en vervolgens het onverhoeds betasten van de borst en de schaamstreek van die [aangeefster] .
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 3 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[aangeefster] van € 1.685,60,waarvan € 435,60 aan materiële schade en € 1.250,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 5 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
mr. C.E.M. Marsé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 april 2025.
10.Bijlage I
- het betasten van de borsten van die [aangeefster] en/of
- het betasten van de en/of in de richting van de schaamstreek van die [aangeefster] ,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid uit het dicht naast die [aangeefster] gaan liggen en/of (vervolgens) het onverhoeds betasten van de borsten en/of de schaamstreek van die [aangeefster] ;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )