ECLI:NL:RBZWB:2025:211
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de toekenning van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiser had een uitkering van € 2.500,- aangevraagd, welke was toegekend op 11 december 2023, maar hij maakte bezwaar tegen het besluit van 3 mei 2024 waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard. Eiser stelt dat hij niet alleen getuige was van huiselijk geweld, maar ook zelf slachtoffer is geworden van dit geweld, wat volgens hem rechtvaardigt dat hij in aanmerking komt voor een hogere uitkering uit letselcategorie 3.
De rechtbank onderzoekt of de Commissie in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat eiser niet in aanmerking komt voor een hogere uitkering. De rechtbank concludeert dat de Commissie de aanvraag op goede gronden heeft beoordeeld en dat het besluit om de uitkering in letselcategorie 2 te handhaven niet onredelijk is. De rechtbank wijst erop dat eiser onvoldoende objectieve aanwijzingen heeft overgelegd die zijn claim voor een hogere letselcategorie onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eerdere beslissing van de Commissie in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed.