ECLI:NL:RBZWB:2025:2045
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verleende omgevingsvergunningen voor de bouw van woningen en appartementengebouwen in Loon op Zand
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het bestreden besluit van 25 juni 2024 inzake de verleende omgevingsvergunningen voor de bouw van 24 grondgebonden woningen en twee appartementengebouwen in Loon op Zand. De rechtbank heeft op 27 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser 1, namens de overige eisers, optrad. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand heeft gereageerd met een verweerschrift, en de vergunninghouder heeft ook schriftelijk gereageerd. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres 6 niet-ontvankelijk, omdat eiser 1 niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bevoegd was om namens haar beroep in te stellen. Het beroep van de overige eisers is wel ontvankelijk en wordt inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college de omgevingsvergunningen terecht heeft verleend, ondanks de bezwaren van eisers. De gronden die eisers hebben aangevoerd zijn niet relevant voor het toetsingskader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Eiser 1 heeft ter zitting aangegeven dat hij inhoudelijk geen gronden heeft ingebracht tegen de omgevingsvergunningen.
De rechtbank concludeert dat het beroep, voor zover ontvankelijk, ongegrond is. Dit betekent dat het college de omgevingsvergunningen terecht heeft verleend. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van hun proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan.