De moeder geeft aan dat ze niet wist dat [minderjarige] een gesprek met de kinderrechter had. De mail die ze gestuurd had, is gestuurd, omdat ze met de GI in discussie was over het contact tussen [minderjarige] en zijn vader. Buiten medeweten van de moeder is er contact gezocht door [minderjarige] met zijn vader. Volgens de moeder blijkt uit de Belgische uitspraak in haar scheidingszaak dat de vader geen contact met haar en de kinderen mag hebben. Zij weet niet of dit ook is besproken tijdens de strafzaak tegen de vader wegens geweldpleging tegen haar.
De moeder heeft destijds aangifte tegen de vader gedaan, omdat hij haar keel dicht had geknepen. De vader moest toen op politieverhoor komen en is daarna gelijk opgepakt.
De moeder geeft aan dat ze aan de hulpverlener van [organisatie] het hele verhaal heeft verteld. Daar gaven ze aan dat [minderjarige] het verhaal niet aan zou kunnen. [organisatie] is meerdere keren aangepast, maar dat stuk is eruit gelaten. De moeder kan het [minderjarige] zelf niet vertellen. Er is haar meerdere keren verteld dat ze therapie moet volgen en dat ze haar deksels dicht moet doen. Nu zijn haar deksels dicht en begint het weer. Sinds [minderjarige] de vader op Facebook heeft gezien, is hij klaar met het contact met de moeder. Dat [minderjarige] contact met zijn vader wil, heeft impact op de moeder en haar relatie. Ze heeft een goede relatie met haar partner en wil niet dat deze kapot gaat. Ook de moeder heeft een grens. Haar dochter woont om de hoek. De moeder vreest dat haar adresgegevens bij de vader bekend worden. Zij vreest voor haar veiligheid en die van haar dochter.
De moeder begrijpt dat er meer gegevens nodig zijn. Van haar mag de GI checken of de aangifte en het strafvonnis van destijds nog beschikbaar zijn. De moeder weet zelf niet of zij die nog heeft, maar zal er naar kijken. De moeder wil graag dat [minderjarige] eerst meer informatie krijgt over de vader. Al moet [minderjarige] daar dan wel voor open staan.
De moeder wil niet dat haar gezag beëindigd wordt. De moeder heeft haar best gedaan om [minderjarige] normen en waarden bij te brengen, die zijn dan weg. Zij vindt het in het belang van [minderjarige] dat zij de beslissingen over hem kan blijven nemen. [minderjarige] is 14 jaar, geen 17 of 18 jaar. Dat hij een ander telefoonnummer wil, omdat hij de restricties op zijn telefoon beu is, is geen reden voor een beëindiging van het gezag.
Ook slaapmedicatie vindt de moeder niet nodig. [minderjarige] wil dat omdat hij het bij een andere jongen van de groep ziet. De moeder ziet en spreekt de begeleiding van [accommodatie] nooit. Zij is ook niet benaderd over deze slaapmedicatie.