Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 330,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 13,55, voor vergoeding van reiskosten;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 3 juli 2024 waarbij verzoekster is vrijgesproken;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
- het proces-verbaal van de zitting van 18 februari 2025;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordelingDe zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
€ 13,55toe.
€ 340,00toegekend.
3.De beslissing
€ 13,55zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 1] ten name van [de verzoekster], onder vermelding van “[de verzoekster] 24-024659”.
€ 340,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 2] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Schouten Legal Advocaten, onder vermelding van “[de verzoekster] 24-024659”.