Op 4 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van een betrokkene, geboren in 1976. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene heeft een complexe psychiatrische problematiek, waaronder schizofrenie en ernstige verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico laag is zonder verlof, maar matig tot hoog binnen een verloftraject. De betrokkene heeft in het verleden meerdere misdrijven gepleegd, waaronder bedreigingen en diefstal met geweld, en is onderworpen aan strikte voorwaarden, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van de tbs met één jaar. De deskundigen hebben geadviseerd de tbs te verlengen, en de rechtbank heeft dit advies gevolgd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt en de griffier heeft de beslissing vastgelegd.