De moeder heeft ter onderbouwing van haar verzoek het volgende aangeven.
De moeder vindt de omgangsregeling tussen haar en de kinderen al jaren veel te weinig en te kort. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn sinds december 2019 uithuisgeplaatst. Sinds haar gezag is beëindigd heeft de moeder eenmaal per zes weken één uur begeleide omgang met de kinderen, samen met de vader. Het gezinshuis van [minderjarige 2] was eerst in [plaats 1] , maar het is verhuisd naar [woonplaats 2] . Omdat de gezinshuisouders maximaal een uur willen reizen met [minderjarige 2] vindt de omgang plaats in een buurthuis in [plaats 1] . In maart 2023 is de omgang met [minderjarige 1] uitgebreid met een half uur, maar in september 2024 is dit weer teruggebracht naar één uur. Met [minderjarige 1] heeft de moeder geen (video)belmomenten meer. Met [minderjarige 2] nog wel. De omgang- en beeldbelmomenten gaan geregeld niet door.
De GI heeft als voogdes op grond van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens de verplichting om de familieband te stimuleren. Het in stand houden en onderhouden van de familieband tussen de moeder en de kinderen is met de huidige omgangsregeling lastig.
De eindevaluatie van [hulpverlening 2] van 1 november 2023 is positief. Er is aangegeven dat de moeder haar emoties goed reguleert tijdens de bezoeken, dat de omgangsmomenten positief verlopen en dat de kinderen goed reageren. [hulpverlening 2] heeft geadviseerd om de omgangsduur uit te breiden en een stap te maken naar begeleide omgang in de thuissituatie van de moeder. Dit advies heeft echter niet geleid tot een structurele uitbreiding van de omgangsregeling.
De GI stelt zich dwingend op naar de omgangsbegeleiding en laat aanpassingen doen in de verslagen. Daardoor zijn de verslagen nu minder positief, terwijl de moeder ervaart dat de omgang plezierig verloopt. De gedragingen van de kinderen worden ten onrechte uitgelegd als weerstand. De GI geeft als reden voor het niet uitbreiden van de omgang de weerstand die de kinderen zouden laten zien. Daarbij wordt miskend dat daarbij ook de uithuisplaatsing, het feit dat de kinderen niet bij elkaar wonen en de omstandigheden rondom de omgang een rol spelen. De begeleiding werkt ook niet positief. De moeder wordt beperkt door de instructies die zij krijgt en zij en de kinderen vragen zich constant af of ze het wel goed genoeg doen. Er is geen sprake van een ontspannen omgangsmoment. De moeder vreest dat het een kwestie van tijd is voordat de kinderen dit niet meer willen. De moeder is vorig jaar gestopt bij de GGZ met de behandeling voor haar emotieregulatie. Ze krijgt nog wel medicatie via haar huisarts, maar zij vindt dat zij deze niet dagelijks nodig heeft.
De moeder vindt het ook niet passend dat de ouders gezamenlijk de omgang met de kinderen hebben. Zij hebben geen relatie meer met elkaar en er is geen goede verstandhouding tussen hen. De kinderen moeten de aandacht verdelen tussen de beide ouders en elkaar, waardoor het contact hectisch is en niet de diepte in gaat.
De moeder vindt ook de locatie in [plaats 1] niet geschikt. De reis met het openbaar vervoer is voor haar belastend. Zij kan niet meer meerijden met de vader. Het buurthuis is geen gezellige plek voor de omgang, waardoor de kinderen zich niet op hun gemak voelen. Ondanks dat de GI een ruimte reserveert, is er vaak onrust over welke ruimte beschikbaar is. Dit komt de kwaliteit van de omgang niet ten goede. De GI houdt ten onrechte vast aan een neutrale locatie. Dat de GI al sinds november 2024 bezig is een andere locatie te zoeken, laat zien dat er weinig inzet voor wordt getoond. De woning van de moeder is geen beladen plek voor de kinderen, dus de omgang kan daar plaatsvinden.
De moeder wil haar kinderen vaker en langer zien, zonder aanwezigheid van de vader. Ze wil een stapsgewijze uitbreiding naar meerdere dagen aaneengesloten met overnachting zonder begeleiding erbij.
De moeder wil daarnaast eenmaal per maand geïnformeerd worden door de GI over de kinderen, met toezending van rapporten, schoolverslagen, foto’s en filmpjes. Er zijn nu geen vaste informatiemomenten en de informatie die de moeder van de gezinshuisouders krijgt is summier. De moeder vindt het wrang dat de vader wel via whatsapp foto’s krijgt van [minderjarige 2] , omdat hij zich gedwee opstelt. Het zou niet afhankelijk moeten zijn van haar reactie of zij wel of niet via whatsapp foto’s krijgt.