Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
(personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A16, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- de wettelijk toegestane maximumsnelheid ter plaatse in ernstige
mate te overschrijden, en
- hierbij één of meer voertuig(en) links of rechts in te halen, en
- hierbij te bumperkleven, en
- één of meerdere keren scherp sturend van rijbaan te wisselen en
- met voornoemde een veel hogere snelheid dan ter plaatse was
toegestaan naast een andere personenauto te blijven rijden en
- abrupt diens snelheid aanzienlijk te verlagen,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
(art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994)
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van zes maanden.