Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
-(met kracht) aan de haren te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen, en
-te slaan tegen het lichaam;
op meer tijdstippen op 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door die [slachtoffer 1] (telkens) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen en dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen haar hoofd te houden;
op 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen en dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp op die [slachtoffer 2] te richten en (hierbij) meermalen de trekker over te halen;
op 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen met een vuist tegen het hoofd te slaan;
op 17 augustus 2024 te [plaats 2] een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool, van het merk Erma-Werken, type EGP 45, kaliber 8 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad;
op 15 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door met een glazen fles op het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en met een vork in de buik van die [slachtoffer 1] te prikken en aan het haar van die [slachtoffer 1] te trekken en meermalen met een vuist tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te stompen.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
equality of arms.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 3 primair ten laste gelegde feit;
een gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden, waarvan 4 (vier) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling, door die [slachtoffer 1] (telkens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of dat vuurwapen, althans dat op een
vuurwapen gelijkende voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of op/tegen haar hoofd te houden;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die
[slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp, op
die [slachtoffer 2] te richten en/of (hierbij) meermalen, althans eenmaal, de trekker over te halen;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen, althans een op
een vuurwapen gelijkend wapen, (hard) tegen en/of op het hoofd te slaan en/of stompen, en/of meermalen, althans eenmaal, met één of meer vuist(en) (hard)
tegen en/of op het hoofd te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal,
met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend wapen, (hard) tegen en/of op het hoofd te slaan en/of stompen, en/of meermalen, althans eenmaal, met
één of meer vuist(en) (hard) tegen en/of op het hoofd te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats 2] een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool,
van het merk Erma-Werken, type EGP 45, kaliber 8 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
hij op of omstreeks 15 augustus 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door met een glazen fles, althans een hard
voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan/stompen, en/of met een vork in de buik van die [slachtoffer 1] te prikken en/of aan het haar van die [slachtoffer 1]
te trekken en/of meermalen, althans eenmaal, met één of meer vuist(en) tegen en/of op het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en/of stompen;
meer vuist(en) tegen en/of op het hoofd van die [slachtoffer 3] te slaan en/of stompen;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
-(met kracht) aan de haren te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen, en/of
-meermalen, althans eenmaal, te slaan tegen het lichaam.
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht )