ECLI:NL:RBZWB:2025:1839

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
02-246657-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van verwerven en in bezit hebben van kinderporno-afbeeldingen via Skype

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verwerven en in bezit hebben van 84 kinderporno-afbeeldingen op zijn laptop. De feiten dateren van januari 2015 tot en met november 2017, waarbij de verdachte deze afbeeldingen via Skype-chatgesprekken had ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van deze afbeeldingen, die meisjes in de leeftijd van 9 tot 12 jaar betroffen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De verdediging pleitte voor een straf die overeenkomt met de LOVS-oriëntatiepunten, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en stabiele leefomgeving, maar benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-246657-24
vonnis van de meervoudige kamer van 1 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsvrouw mr. H. Selçuk, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 18 maart 2025, waarbij de officier van justitie, mr. C.M.J.M. van Buul, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van januari 2013 tot en met december 2018 kinderpornografische afbeeldingen op zijn laptop aanwezig heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 25 januari 2015 tot en met 11 november 2017 schuldig heeft gemaakt aan het bezit van afbeeldingen met een kinderpornografisch karakter op zijn laptop en baseert zich daarbij op de inhoud van het dossier en de grotendeels bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht
4.3.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Op basis van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van een aantal kinderpornografische afbeeldingen, zoals die in de tenlastelegging zijn beschreven. Die afbeeldingen stonden op zijn laptop en zijn door middel van een communicatiedienst (Skype) binnengehaald.
Voor wat betreft de periode waarover de bewezenverklaarde feiten zich uitstrekken, stelt de rechtbank op basis van de fotobijlage op de bladzijden 66 tot en met 68 van het dossier vast dat verdachte in elk geval al op 13 januari 2015 chatgesprekken voerde met andere personen waarin hij vroeg om “jonge meiden foto’s”. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de periode waarin de bewezen verklaarde feiten zich afspeelden, startte op 13 januari 2015. Uit het proces-verbaal van bevindingen, met name op bladzijde 48 van het dossier, leidt de rechtbank af dat die feiten in elk geval tot en met 11 november 2017 hebben plaatsgevonden.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van
13januari
2015t/m
11 november 2017te [plaats] meermalen
- afbeeldingen, en
-
eengegevensdrager, te weten een laptop (MacBook Air) bevattende afbeeldingen, te weten foto’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de vingers, hand en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de mond, tong en/of
- het met vingers, hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
nietheeft bereikt
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in eenomgeving en/of met een voorwerp en/of in een onnatuurlijke houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s en/of door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.
Tengevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging, is in de regel
“- het met vingers, hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog heeft bereikt”
tussen de woorden “nog” en “heeft” het woord “niet” weggevallen.
De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede met het woord “niet” zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 dagen waarvan 29 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en daarnaast een taakstraf van 240 uur.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw pleit voor oplegging van een straf die overeenkomt met de LOVS-oriëntatiepunten, te weten een taakstraf met een gevangenisstraf waarvan een kort deel onvoorwaardelijk. Zij benadrukt dat verdachte zich aan eventueel te stellen voorwaarden zal houden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van 84 afbeeldingen met kinderporno op zijn laptop. Hij heeft die in de periode van 13 januari 2015 tot en met 11 november 2017 (dus bijna drie jaar lang) verworven en/of in bezit gehad, dat ging via de applicatie Skype. Het betroffen bijna allemaal afbeeldingen met meisjes in de leeftijd tussen 9 en 12 jaar.
Verdachte had verschillende Skype-accounts, waaronder accounts met meisjesnamen. Een daarvan was de account met de naam “[accountnaam]”. Via dat account voerde hij chatgesprekken met andere personen waarbij hij zich voordeed als een meisje van 13-14 jaar oud. Tijdens die gesprekken, die veelal een seksuele strekking hadden, vroeg hij zeer gericht om (naakt)foto’s van jonge meisjes naar hem te sturen en ook zei hij in sommige gesprekken dergelijke foto’s te willen ruilen. Uit sommige chatgesprekken valt op te maken dat verdachte zelf een afbeelding verstuurde. Of hij daadwerkelijk ook kinderporno afbeeldingen heeft verstuurd is uit het dossier niet duidelijk geworden, maar de suggestie van verdachte om dergelijke afbeeldingen te willen ruilen, geeft wel te denken.
Het verwerven en bezitten van kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Ten gevolge hiervan lopen deze kinderen dikwijls ernstige (psychische) schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Ook kunnen ze nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. . Verdachte wordt door de rechtbank mede verantwoordelijk gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij door kinderporno te verwerven en te bezitten heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar.
Bij de bepaling van de strafmaat slaat de rechtbank ook acht op het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen die op de afbeeldingen te zien zijn, zoals uit de bewezenverklaring blijkt.
De persoonlijke omstandigheden
Verdachte heeft een blanco strafblad en is dus niet eerder veroordeeld voor zeden-misdrijven. Hij heeft werk en is kostwinner van het gezin.
De rechtbank weegt mee dat de feiten dateren uit de periode van 2015 tot en met 2017. Na deze periode is er geen kinderpornografisch materiaal meer aangetroffen; verdachte lijkt dan ook zelf gestopt te zijn met het verwerven van kinderporno. Er zijn ook geen aanwijzingen dat verdachte sinds die periode nog bezig is geweest met het verwerven van kinderporno of gelijksoortige strafbare feiten.
Door de reclassering is een rapport over verdachte opgesteld.
De reclassering ziet het psychosociaal functioneren en de houding van verdachte als de criminogene factoren die geleid hebben tot het ten laste gelegde. Mogelijk speelde zijn seksualiteit ook mee. Uitgaande van zijn verklaring, hebben zijn gedragingen plaatsgevonden in een periode waarin hij zich eenzaam voelde. Hij was op zoek naar contact en spanning. Volgens de reclassering wist verdachte dat wat hij deed, strafbaar was volgens de wet, maar ging hij hier toch een periode mee door. Hoewel verdachte tegenover de reclassering expliciet heeft verklaard dat hij niet seksueel opgewonden raakte van het materiaal kan het tegendeel echter niet uitgesloten worden, aldus de reclassering.
Positief is volgens de reclassering dat verdachte’s praktische leefgebieden stabiel zijn en er geen bijzonderheden naar voren zijn gekomen uit het onderzoek dat de instanties hebben gedaan naar het welzijn van zijn kind. Los van onderhavige zaak en de strafzaak tegen zijn vrouw lijken overige problemen afwezig. De reclassering schat het risico op herhaling als laag in. Geadviseerd wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering is van mening dat gezien het geschatte lage recidiverisico interventies gericht op controle en gedragsverandering niet nodig zijn.
De rechtbank heeft op de zitting gemerkt dat verdachte het moeilijk vindt om te praten over wat hij heeft misdaan. Hij verklaart op zitting niet de intentie te hebben gehad om kinderporno te verwerven, maar de chatgesprekken die zich in het dossier bevinden wijzen op het tegendeel. Verdachte bekent wel kinderporno in zijn bezit te hebben gehad. Hij stelt dat hij handelde om de tijd te verdrijven. Bij doorvragen naar zijn daadwerkelijk intenties is hij de rechtbank het antwoord verschuldigd gebleven. Verdachte heeft dan ook geen inzicht gegeven in de motieven voor zijn handelen. De rechtbank acht dit zorgelijk.
De straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de op te leggen straf als uitgangspunt aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De LOVS schrijft bij het bezit/verwerven van kinderporno een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een korte gedeelte onvoorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur voor. De rechtbank houdt daarnaast rekening met de toepassing van het taakstrafverbod zoals weergegeven in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden is, met dien verstande dat de rechtbank een langere voorwaardelijke gevangenisstraf (namelijk één maand langer) noodzakelijk acht. Verdachte lijkt nu in een stabiele leefomgeving te verkeren, maar dat zou anders kunnen worden en de vraag is of verdachte dan weer in de verleiding komt om zich bezig te houden met het verwerven/bezitten van kinderporno. Met de dreiging van een gevangenisstraf voor langere tijd hoopt de rechtbank verdachte ook onder lastige omstandigheden weg te houden bij kinderporno.
De rechtbank volgt de officier van justitie voor het overige in de strafeis en legt aan verdachte op een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. Daarnaast legt zij aan verdachte een taakstraf van 240 uur op.
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het opleggen van bijzondere voorwaarden, gelet op het huidige lage risico op recidive en op de momenteel stabiele situatie van verdachte, niet opportuun.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c. 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

een afbeelding - en een gegevensdrager bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;

- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.W. Boogert, voorzitter, mr. T.M. Brouwer en mr.
K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van E.A.J. de Roos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 april 2025.
Bijlage I
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 t/m 31 december 2018 te [plaats], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
- afbeeldingen, en/of
- gegevensdragers, te weten een laptop (MacBook Air) bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
(afbeeldingen 1, 2, 5 en 8 van de toonmap) en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de vingers, hand en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt met de mond, tong en/of
- het met vingers, hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog heeft
bereikt
(afbeeldingen 6 en 10 van de toonmap) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een onnatuurlijke houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films en/of door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingen 4,7 en 9 van de toonmap) en/of
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
(afbeeldingen 3 van de toonmap)
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht )