Uitspraak
1.[gedaagde 1] B.V.,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het bericht van 1 november 2024 met producties van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
- de mondelinge behandeling van 5 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert BMW Financial Services Nederland B.V. hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2] tot betaling van een bedrag van € 60.523,32, als gevolg van het verlies van een leaseauto. De leaseovereenkomst voor een BMW X2 werd op 17 maart 2020 gesloten, maar de auto werd niet teruggebracht na een proefrit door een derde. De auto werd later met valse kentekenplaten in Duitsland teruggevonden. BMW heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gesommeerd tot betaling van de vervangende waarde van de auto, maar slechts een deel van het bedrag is betaald. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, omdat [gedaagde 2] verwijtbaar heeft gehandeld door de auto aan een derde mee te geven zonder toestemming van BMW. De rechtbank bevestigt dat de voorwaarden van de leaseovereenkomst van toepassing zijn en dat de boekwaarde van de auto moet worden vergoed. De vordering van BMW wordt grotendeels toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.