Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 23 augustus 2023 te Middelburg betrokken was bij een verkeersongeval. De verdachte, geboren in 1988, reed met een snelheid van 88 km/u op de N57, waar de maximumsnelheid 80 km/u was. Tijdens het rijden was hij afgeleid door zijn tas en een telefoongesprek, waardoor hij een langzaam rijdende auto, bestuurd door het slachtoffer, niet opmerkte. Het ongeval resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, waaronder een hersenkneuzing en meerdere botbreuken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan aanmerkelijke onvoorzichtigheid en onoplettendheid, wat leidde tot de conclusie dat hij schuld had in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met een vervangende hechtenis van 40 dagen, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de noodzaak om zijn rijbewijs te behouden voor zijn werk.