ECLI:NL:RBZWB:2025:1791

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
11210617 \ CV EXPL 24-2518
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een onbetaalde tandartsrekening met betrekking tot zorgverzekeringskwesties

In deze civiele zaak vordert eiseres, Infomedics B.V., betaling van een onbetaalde tandartsrekening van € 106,40 door gedaagde, die op 8 augustus 2023 een tandartsbehandeling heeft ondergaan. Gedaagde heeft de rekening niet betaald en stelt dat Infomedics de factuur direct bij haar zorgverzekeraar had moeten indienen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde, als opdrachtgever van de behandeling, verantwoordelijk is voor de betaling van de kosten, ongeacht de status van haar zorgverzekering. De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde de factuur niet heeft betaald ondanks aanmaningen en dat het verweer van gedaagde niet opgaat. De kantonrechter heeft de vordering van Infomedics toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. Het vonnis is uitgesproken op 12 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 11210617 \ CV EXPL 24-2518
vonnis d.d. 12 februari 2025
inzake
de besloten vennootschap INFOMEDICS B.V., m.h.o.d.n. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
gevestigd te Almere,
eiseres,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

[gedaagde] heeft op 8 augustus 2023 een tandartsbehandeling gehad bij [tandartspraktijk] . Voor deze behandeling heeft Infomedics een rekening gestuurd van € 106,40. [gedaagde] heeft deze rekening niet betaald. Infomedics vordert betaling van dit bedrag met rente en kosten. [gedaagde] is het hier niet mee eens. Volgens haar had Infomedics de factuur direct bij haar zorgverzekeraar moeten declareren. [gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dat oordeel is gekomen.

2.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 25 juni 2024 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] heeft op 8 augustus 2023 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij [tandartspraktijk] .
3.2.
[tandartspraktijk] heeft de eigendom van de vordering bij akte van cessie overgedragen aan Infomedics.
3.3.
Bij factuur van 14 augustus 2023 heeft Infomedics een bedrag van € 106,40 bij [gedaagde] in rekening gebracht.
3.4.
[gedaagde] heeft de factuur, ondanks aanmaningen, onbetaald gelaten.

4.Het geschil

4.1.
Infomedics vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 106,40, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics baseert haar vordering op de door [gedaagde] onbetaalde factuur.
4.2.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord verweer gevoerd. Zij voert – kort samengevat en voor zover van belang – aan dat zij [tandartspraktijk] (hierna: de zorgverlener) door middel van een mailbericht erop heeft gewezen dat zij verzekerd is voor de verrichte behandeling en dat de zorgverlener of Infomedics de factuur dient te declareren bij haar zorgverzekeraar.
4.3.
Infomedics heeft de vordering bij conclusie van repliek nader toegelicht en daarbij het antwoord van [gedaagde] op die vordering gemotiveerd weersproken. Daarbij stelt Infomedics zich op het standpunt dat het (eventueel) verkrijgen van een vergoeding van de zorgverzekeraar een kwestie is tussen [gedaagde] en haar zorgverzekeraar, waar Infomedics buiten staat.
4.4.
Van de vervolgens geboden gelegenheid hierop nogmaals een reactie te geven heeft [gedaagde] geen gebruik gemaakt.

5.De beoordeling

5.1.
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] de zorgverlener de opdracht heeft gegeven voor het verrichten van de tandheelkundige behandeling en dat die behandeling ook is uitgevoerd. Het is ook niet in geschil dat voor die behandeling een bedrag van € 106,40 onbetaald is gebleven. Wel in geschil is of [gedaagde] dat bedrag aan Infomedics moet betalen.
Betalingsverplichting
5.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet [gedaagde] op grond van artikel 7:405 lid 1 BW in samenhang met artikel 7:461 BW voor de medische behandeling betalen. De omstandigheden dat de zorgverzekering van [gedaagde] de kosten voor deze behandeling (nog) niet heeft vergoed, terwijl [gedaagde] hiervoor wel een verzekering heeft afgesloten, doet niet af aan haar betalingsverplichting jegens Infomedics en is onvoldoende om de stelling dat [gedaagde] niet aansprakelijk is voor volledige betaling van de factuur te onderbouwen. Als opdrachtgever voor het verrichten van de tandheelkundige behandeling is [gedaagde] zelf verantwoordelijk voor betaling van de hieruit voortvloeiende medische kosten.
5.3.
[gedaagde] stelt in haar verweer dat het staande praktijk is dat de zorgverlener, althans Infomedics, rechtstreeks bij de tandartskostenverzekeraar van [gedaagde] declareert. Toen dat in dit geval niet werd gedaan – maar de rekening rechtstreeks naar [gedaagde] werd gestuurd – heeft zij daar bezwaar tegen gemaakt en aangegeven dat de factuur aan haar verzekeringsmaatschappij diende te worden gericht. Deze gang van zaken wordt niet door Infomedics betwist, maar in haar conclusie van repliek voert Infomedics aan dat uit het systeem van de zorgverlener niet is gebleken dat [gedaagde] een aanvullende tandartsverzekering heeft. Dat haar aanvullende verzekering niet vindbaar is in het systeem wordt door [gedaagde] niet weersproken.
Doordat de zorgverlener destijds niet beschikte over de juiste informatie kon zij of Infomedics de factuur niet bij de verzekeraar declareren waardoor de factuur door [gedaagde] zelf voldaan dient te worden. Indien [gedaagde] van mening is dat haar zorgverzekeraar alsnog de zorgkosten dient te vergoeden aan haar, is het aan [gedaagde] zelf om de nota in te dienen bij haar zorgverzekeraar. Het verweer van [gedaagde] dat niet zij maar de zorgverzekeraar dient te betalen slaagt dan ook niet.
Beslaglegging op salaris
5.4.
[gedaagde] verwijst in haar conclusie van antwoord naar een andere zaak tussen partijen waarin beslag gelegd is op haar salaris. De kantonrechter is enkel bevoegd te oordelen over onderhavig geschil en zal de stellingen die zien op de andere zaak buiten beschouwing laten.
De kantonrechter begrijpt uit het verhaal van [gedaagde] dat zij in financiële problemen is geraakt en dat het loonbeslag zwaar op haar drukt. Dat is natuurlijk heel vervelend. Het is aan [gedaagde] om contact op te nemen met de gemachtigde van Infomedics om te bekijken of het mogelijk is voor dat andere openstaande bedrag en de rekening die in deze zaak aan de orde is, een goede betalingsregeling te treffen. Ook kan zij zich wenden tot de gemeentelijke schuldhulpverlening voor ondersteuning bij financiële problemen.
Conclusie
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de factuur moet betalen en dat leidt tot de conclusie dat de door Infomedics gevorderde hoofdsom toewijsbaar is. Een bedrag van € 106,40 zal om die reden dan ook worden toegewezen.
Wettelijke rente
5.6.
De wettelijke rente over de hoofdsom zal als onweersproken en als op de wet gegrond worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente over de verschenen rente op grond van artikel 6:119 lid 2 BW zal worden afgewezen.
De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is als vermogensschade toewijsbaar vanaf de dag van de dagvaarding of zoveel eerder als de schuldenaar dienaangaande in verzuim is en voor zover die kosten voordien daadwerkelijk zijn gemaakt. Nu echter niet gesteld is op welke datum de buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk door Infomedics zijn betaald, zal de kantonrechter de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van de dagvaarding.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.7.
Infomedics maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Infomedics heeft aan [gedaagde] een of meer aanmaningen gestuurd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten
5.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2 punt(en) x tarief € 40,00)
- nakosten
20,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 343,54

6.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Infomedics te betalen een bedrag van € 151,63 vermeerderd met de wettelijke rente over € 106,40 vanaf 11 juni 2024 en vermeerderd met de wettelijke rente over € 40,00 vanaf 25 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van €343,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet op tijd aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman, en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.