ECLI:NL:RBZWB:2025:1790

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
9301361 CV EXPL 21-2605 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M.J.A. Gaber
  • Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in arbeidsgeschil met betrekking tot zorgverzekering en terugvordering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 26 maart 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een eiser en de Onderlinge Waarborgmaatschappij CZ Groep Zorgverzekeraar U.A. De zaak betreft een geschil over de terugbetaling van zorgkosten door een Belgische partij aan de Nederlandse zorgverzekeraar CZ. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 9 augustus 2023 bepaald dat de procedure voor onbepaalde tijd wordt aangehouden in afwachting van een uitspraak van het Arbeidshof Antwerpen over de terugbetaling van gezondheidszorgen. De eiser heeft in haar akte van 4 december 2024 een (tussen)arrest van het Arbeidshof overgelegd, waarin wordt gesteld dat de Belgische partij geen rechtstreekse betaling aan de eiser kan verrichten. Het Arbeidshof heeft partijen uitgenodigd om een afrekening te maken van het eigen aandeel (remgeld) en heeft de debatten heropend. De kantonrechter heeft besloten de zaak aan te houden totdat het Arbeidshof een eindarrest heeft gewezen. De verdere beslissingen zijn aangehouden tot dat moment.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9301361 \ CV EXPL 21-2605
Vonnis van 26 maart 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M.J.A. Gaber,
tegen
DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ CZ GROEP ZORGVERZEKERAAR U.A.,
te Tilburg,
gedaagde partij,
hierna te noemen: CZ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 augustus 2023;
- de akte van [eiser] van 7 augustus 2024 met 1 productie;
- de akte van [eiser] van 4 december 2024 met 1 productie.
- de brief van de griffier van 4 december 2024;
- het bericht van de gemachtigde van [eiser] van 11 december 2024 en het bericht van de gemachtigde van CZ van 13 december 2024 waaruit blijkt dat zij akkoord zijn dat een andere rechter in deze zaak (eind)uitspraak doet.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis van 9 augustus 2023 bepaald dat de zaak voor onbepaalde tijd wordt aangehouden totdat het Arbeidshof Antwerpen, Afdeling Hasselt, kamer 7 (hierna: het Arbeidshof) over het punt van de terugbetaling van de gezondheidszorgen door [naam] uitspraak heeft gedaan.
2.2.
[eiser] heeft in haar akte van 4 december 2024 een (tussen)arrest van het Arbeidshof van 18 november 2024 (bekend onder rolnummer 2021/AH/78) overgelegd.
Het Arbeidshof overweegt in rechtsoverweging 4 van dit arrest dat [naam] geen rechtstreekse betaling aan [eiser] kan verrichten en dat de Nederlandse zorgverzekeraar in het voorkomend geval moet terugvorderen bij [naam] op de wijze zoals bepaald in de administratieve beslissing van 21 juni 2018. Het Arbeidshof nodigt partijen uit om een afrekening te maken van het eigen aandeel (remgeld) waarvoor [naam] tussenkomst kan verlenen in geval van terugvordering van de Nederlandse zorgverzekeraar, rekening houdend met de overwegingen in dit arrest. Het Arbeidshof heropent ambtshalve de debatten. De mondelinge behandeling is bepaald op 5 mei as.
2.3.
[eiser] verzoekt de kantonrechter om de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden totdat het Arbeidshof heeft beslist over het bedrag dat in aanmerking komt voor terugbetaling door [naam] in geval van terugvordering door CZ.
2.4.
Gelet op de inhoud van het tussenvonnis van 9 augustus 2023 en het (tussen)arrest van het Arbeidshof van 18 november 2024 zal de kantonrechter de zaak aanhouden tot het Arbeidshof in de hoger beroep zaak tussen [eiser] en [naam] een eindarrest heeft gewezen.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden wordt, totdat [eiser] het in onderdeel 2.4 genoemde eindarrest heeft overgelegd, vergezeld van een akte met een conclusie die [eiser] uit de uitspraak trekt, waarna CZ nog in de gelegenheid zal worden gesteld daarop te reageren;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025.