4.1Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Dat betrokkene het bewezenverklaarde heeft begaan blijkt uit de bewijsmiddelen die de rechtbank ten grondslag heeft gelegd aan haar vonnis van heden in de zaak van betrokkene onder hetzelfde parketnummer. Daarin is vastgesteld dat betrokkene in de periode van
27 oktober 2021 tot en met 2 maart 2023 illegaal hennep heeft geteeld. Gelet op deze lange periode moet er ook meermalen zijn geoogst, waarmee betrokkene een financieel voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
Evenals de officier van justitie neemt de rechtbank het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van de politie als uitgangspunt voor de berekening van het voordeel.
Het verweer dat een derde bij de hennepkwekerij zou zijn betrokken, van wie betrokkene een bedrag van € 1.000,- per oogst zou ontvangen, wordt door de rechtbank gepasseerd. De rechtbank gaat er van uit dat betrokkene alleen de hennepkwekerij heeft opgebouwd en bestierd. Dat een andere persoon daarbij een rol heeft gespeeld, is niet aannemelijk geworden, zoals is overwogen in het vonnis in de hoofdzaak.
Opbrengst per oogst
Naar het oordeel van de rechtbank kan het volgende worden vastgesteld:
- de hennepkwekerij van betrokkene was opgebouwd in twee kweekruimten, te weten in de kruipruimte en in een ruimte op zolder;
- in de kruipruimte werden 150 hennepplanten onder 16 assimilatielampen aangetroffen. Omdat één lamp gemiddeld 1m2 beslaat, kan worden gesteld dat er gemiddeld 10 planten per m2 werden geteeld;
- in de ruimte op zolder werden 80 hennepplanten onder 12 lampen aangetroffen. Per m2 bevonden zich dus gemiddeld 7 planten in deze ruimte;
- bij het vastgestelde aantal planten per m2 in de kruipruimte is de opbrengst blijkens het BOOM-rapport 30,5 gram per plant;
- bij het vastgestelde aantal planten per m2 op de zolderverdieping is de opbrengst blijkens het BOOM-rapport 31,8 gram per plant;
- volgens het BOOM-rapport geldt als verkoopprijs van hennep een bedrag van € 4,07 per gram.
- de totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan vervolgens € 28,974,33.
(150 hennepplanten x 30,5 gram = 4.575 gram x € 4,07 per gram = € 18.620,25
80 hennepplanten x 31,8 gram = 2.544 gram x € 4,07 per gram = € 10.354,08)
De kosten die hierop in mindering moeten worden gebracht bedragen in totaal € 1.968,80 per oogst, bestaande uit:
* de afschrijvingskosten: bij een aantal van 230 planten zijn deze blijkens het BOOM-rapport € 200,- per oogst;
* de kosten voor de hennepstekken: de inkoopprijs voor een hennepstek is volgens het BOOM-rapport € 3,81, zodat de kosten voor de hennepstekken in totaal € 876,30 per oogst bedragen (230 x € 3,81);
* de variabele kosten: deze bedragen volgens het BOOM-rapport € 3,88 per plant. In totaal aldus € 892,40 (230 x € 3,88).
Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel per oogst wordt geschat, vast op € 27.005,63.
(€ 28.974,33 -/- € 1.968,80)
Aantal oogsten
De rechtbank gaat uit van 27 oktober 2021 als de datum waarop betrokkene met het kweken van hennep is begonnen. De rechtbank heeft daarvoor ten eerste in aanmerking genomen de startdatum die betrokkene zelf in zijn notitieblokje met het kweekschema heeft genoteerd. Op de tweede plaats heeft de rechtbank acht geslagen op de bevindingen van de politie, die heeft geconstateerd dat de assimilatielampen en elektriciteitssnoeren waren voorzien van een dikke laag stof, dat de koolstoffilters ernstig waren vervuild en dat op onder meer het watervat, de dompelpomp, aansluitslangen van het irrigatiesysteem, de kweekpotten en het grondzeil een flinke kalkaanzetting aanwezig was. Deze mate van vervuiling duidt op langdurig gebruik en daarmee op meerdere oogsten. Gezien de aard en de ernst van de vervuiling, is het onwaarschijnlijk dat de spullen in die staat tweedehands zijn aangeschaft.
Zoals ook door de politie is aangegeven, is de rechtbank van oordeel dat er vanaf 27 oktober 2021 tot aan de doorzoeking van de politie op 2 maart 2023 continu is gekweekt.
Dit zijn 67 weken. Een kweekperiode duurt gemiddeld negen tot tien weken. In het voordeel van betrokkene wordt de duur afgerond op tien weken. De rechtbank gaat mee met hetgeen door de officier van justitie is betoogd voor wat betreft de aangetroffen hoeveelheid gedroogde henneptoppen, waaruit geen opbrengst is voortgekomen. Ook de rechtbank zal dus uitgaan van vijf eerdere oogsten. Dat betekent: 5 x € 27.005,63 is € 135.028,15.
Toegewezen vordering van de benadeelde partij
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is namens de benadeelde partij Enexis B.V. een verzoek tot schadevergoeding ingediend, welke vordering ook gedeeltelijk door de rechtbank in haar vonnis is toegewezen tot een bedrag van € 4.918,70. De rechtbank is van oordeel dat dit toegekende bedrag in mindering moet worden gebracht op het te ontnemen bedrag, nu dit bedrag verband houdt met de kweek van de hennepplanten.
De rechtbank zal op grond daarvan het genoten wederrechtelijke verkregen voordeel schatten op € 130.109,45 (€ 135.028,15 -/- € 4.918,70).
Conclusie
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt daarom geschat op
€ 130.109,45, conform de berekening van de officier van justitie.