ECLI:NL:RBZWB:2025:1768
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 maart 2025, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had zijn beroep ingetrokken omdat het college op 9 december 2024 alsnog een beslissing op bezwaar had genomen. De rechtbank heeft het college de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft hierop niet ingegaan.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Volgens de rechtbank kan een bestuursorgaan worden veroordeeld in de proceskosten als het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval is het college tegemoetgekomen aan verzoeker door alsnog te beslissen op het bezwaar. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, omdat het beroepschrift niet is ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent en er verder geen proceskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank merkt op dat verzoeker wel recht heeft op vergoeding van het door hem betaalde griffierecht van € 187,-, waarvoor hij zich tot het college moet wenden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.