ECLI:NL:RBZWB:2025:1767
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) inzake een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het UWV wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag van 16 november 2022. Na het indienen van het beroep heeft het UWV op 22 januari 2025 alsnog een beslissing genomen, waardoor verzoekster haar beroep heeft ingetrokken.
De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Het UWV heeft aangegeven zich te kunnen vinden in een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog te beslissen op haar aanvraag. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. De proceskosten zijn berekend op € 453,50, waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast is het UWV verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.