ECLI:NL:RBZWB:2025:1758
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een beroep tegen de minister van Financiën inzake een WOO-verzoek
Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de minister van Financiën. De eiser had een beroep ingesteld omdat de minister niet tijdig had beslist op zijn WOO-verzoek, dat betrekking had op een boekenonderzoek uit 2016. Het verzoek was ingediend op 21 mei 2024. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de minister na een ingebrekestelling van de eiser op 6 augustus 2024 alsnog binnen de gestelde termijn van twee weken had beslist, namelijk op 16 augustus 2024. Hierdoor was er geen grond voor de rechtbank om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank kon geen beslistermijn opleggen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.