ECLI:NL:RBZWB:2025:1757
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een beroep tegen een bestuursorgaan inzake een WOO-verzoek
Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van [plaats], en de Minister van Financiën. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn WOO-verzoek van 21 mei 2024, dat betrekking had op een boekenonderzoek in 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser verweerder op 6 augustus 2024 in gebreke heeft gesteld, maar dat verweerder na deze ingebrekestelling alsnog binnen twee weken heeft beslist, met een besluit op 16 augustus 2024. Hierdoor is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen mogelijkheid is om een beslistermijn op te leggen en dat verweerder geen dwangsom aan eiser hoeft te betalen. Ook is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, met inachtneming van de wettelijke termijn van zes weken.