ECLI:NL:RBZWB:2025:1755

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
C/02/432728 / FA RK 25-1174
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Noort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en middelenmisbruik

Op 24 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1970. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder paranoïde schizofrenie en middelenafhankelijkheid. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater, een verslavingsarts en een begeleider. Betrokkene toonde zich tegen de zorgmachtiging en ontkende drugsgebruik, terwijl de verslavingsarts en behandelaar wezen op de noodzaak van verplichte zorg om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank oordeelde dat er ernstig nadeel zou ontstaan zonder zorgmachtiging, waaronder lichamelijk letsel, psychische schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank verleende de zorgmachtiging en legde verschillende vormen van verplichte zorg op, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de toegewezen zorgvormen evenredig en effectief waren. De beschikking is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 26 maart 2025, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/432728 / FA RK 25-1174
Datum uitspraak: 24 maart 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1970 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 6 maart 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 maart 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Schumans;
  • de heer [naam 1], psychiater, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2], verslavingsarts;
  • [naam 3], begeleider.
1.3.
Tevens was er een stagiaire aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene vertelt dat hij een zorgmachtiging een zware maatregel vindt. Hij doet in alles mee en zegt nooit ‘nee’ tegen behandeling of medicatie. Betrokkene stelt panisch te zijn voor een zorgmachtiging door wat er in het verleden is gebeurd. Hij wil graag naar buiten kunnen wanneer hij dat zelf wil en heeft gelezen dat het trauma van een zorgmachtiging groter is dan de voordelen. Betrokkene neemt zijn medicatie in onder toezicht om goodwill te creëren, maar ziet niet waarom het onder toezicht moet. Betrokkene ontkent drugs te gebruiken en gelooft niet in de gestelde diagnose van paranoïde schizofrenie. Hij beseft wel dat hij iets mankeert, maar volgens betrokkene is dat slechts ADHD. Daarvoor krijgt hij medicatie, naast het antipsychoticum. Betrokkene geeft ook aan sinds het ongeval in 2015 veel te slapen op een dag, soms wel vijftien á zestien uur, maar ook daarvoor heeft hij medicatie. Volgens betrokkene heeft hij regelmatig contact met Elon Musk over de Nederlandse cryptomarkt.
3.2.
De verslavingsarts geeft aan dat betrokkene enige tijd ingesteld is geweest op antipsychotica, maar dat hij daar vanwege de bijwerkingen uiteindelijk mee gestopt is. Daarna is betrokkene gestaag in een neerwaartse spiraal met psychotische ontregeling terechtgekomen. Daarbij was er sprake van teloorgang, paranoïde wanen en agressie, waarna betrokkene met verblijf op de HIC is ingesteld op een ander antipsychoticum. Betrokkene stelt ook een grote som geld aan cryptomunten te hebben en hij wilde een appartement kopen in Dubai. De verslavingsarts merkte dat dingen niet altijd kloppen met de realiteit en dat betrokkene megalomane ideeën heeft. Sinds het instellen op het nieuwe antipsychoticum en het verminderen van de ADHD-medicatie merken ze meer stabiliteit. Betrokkene neemt nu zijn medicatie, maar hij wil het iedere keer verminderen en er is altijd strijd met betrekking tot de medicatie. Vooral op momenten dat hij zich goed voelt, wil hij stoppen met de medicatie. In het verleden konden ze betrokkene niet instellen op medicatie ten tijde van psychotische ontregeling, omdat er geen maatregel was. De verslavingsarts is bang dat die situatie zich gaat herhalen. Ten aanzien van het drugsgebruik stelt de verslavingsarts dat is aangetoond dat betrokkene drugs gebruikt, hoewel hij dit ontkent.
3.3.
De behandelaar stelt dat zonder zorgmachtiging de vrijwillige medicatie-inname van betrokkene wegvalt waardoor hij kan gaan decompenseren. Het toezicht waar betrokkene het over heeft is een extra steun zodat hij wordt herinnerd om zijn medicatie in te nemen. Als betrokkene zestien uur op een dag slaapt, dan slaat hij zijn medicatietijden over. Hij is ook niet in staat om zelfstandig deze tijden in de gaten te houden, waardoor de steun nodig is. Zonder zorgmachtiging zijn er geen middelen om betrokkene stabiel te houden. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht, waardoor hij morgen kan zeggen te willen stoppen met de medicatie. Op dit moment is betrokkene door de medicatie nog wel psychotisch, maar stabiel. Als hij met het antipsychoticum stopt, dan kan de psychotische toestand verergeren. Daarbij is van belang dat elke terugval in psychose leidt tot een beschadiging van het brein en daarom wil de behandelaar een nieuwe terugval voorkomen. Ook door het drugsgebruik kan betrokkene ontregelen, omdat drugs de werking van het antipsychoticum kan tegengaan.
3.4.
De begeleider vertelt dat betrokkene is aangemeld voor een beschermd wonen locatie, maar het is niet de verwachting dat hij binnen zes maanden daar kan gaan wonen. Ze geeft daarbij aan dat betrokkene op dit moment door de medicatie niet meer zo angstig is. De medicatie is dus niet alleen maar vervelend, maar heeft ook een positief effect en het is vanuit de zorg ook uit goede wil.
3.5.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek. Hij ziet weinig nieuwe informatie in vergelijking met begin december toen een voortzetting crisismaatregel is afgewezen. Sindsdien neemt hij zijn medicatie vrijwillig en gaan ook de onderzoeken vrijwillig. De advocaat snapt dus niet zo goed waarom een machtiging nodig is.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Bij betrokkene uit dit zich in de vorm van paranoïde schizofrenie, middelenafhankelijkheid, woonproblemen en psychosociale problemen. Betrokkene gelooft niet in deze diagnose. De rechtbank heeft echter geen reden om aan de inhoud van de medische verklaring te twijfelen.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene steeds ontregelt naar aanleiding van middelenmisbruik. Uit urinetesten blijkt dat betrokkene opnieuw drugs gebruikt, waardoor de psychotische klachten zijn toegenomen in intensiteit. Er is sprake van angst, wanen, decorumverlies, achterdocht, geluidsoverlast in de nacht en conflicten met medebewoners. De psychotische decompensatie wordt gekenmerkt door grootsheids- en paranoïde wanen en complottheorieën. Door escalaties met medebewoners is betrokkene zijn woning verloren en betrokkene heeft de auto op de parkeerplaats beschadigd omdat hij dacht dat die persoon zijn cryptomunten had gestolen. De bewindvoerder van betrokkene geeft aan dat hij nu een schuld heeft van € 122.000,-.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene neemt op dit moment weliswaar vrijwillig zijn medicatie, maar de behandelaren verwachten dat betrokkene het medicatiegebruik zal staken zonder zorgmachtiging. Dit is in het verleden herhaaldelijk gebeurd. Deze vrees wordt versterkt door het gebrek aan ziektebesef en -inzicht bij betrokkene. Voorts kan ook het middelengebruik voor ontregeling zorgen. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.7.
Het beperken van de bewegingsvrijheid is enkel voor de situatie dat betrokkene ontregelt of dreigt te ontregelen en niet op de HAT kan verblijven.
4.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1970 in [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 september 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2025 door mr. Van Noort, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 26 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.