ECLI:NL:RBZWB:2025:1733

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
02-800014-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar, afwijking van uitgangspunt wegens bijzondere omstandigheden

Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1999. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar afgewezen en in plaats daarvan de tbs met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de adviezen van de reclassering en een externe gedragsdeskundige, die beiden de noodzaak van een verlenging van de tbs onderbouwden. De rechtbank constateerde dat de betrokkene, die gediagnosticeerd is met een persoonlijkheidsstoornis en een problematische relatie heeft met middelengebruik, nog niet voldoende stabiliteit in zijn leven heeft bereikt. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer tijd vergen, er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het uitgangspunt van een verlenging met twee jaar rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook de voorwaarden met betrekking tot het reizen naar het buitenland gewijzigd, zodat voortaan toestemming van de reclassering vereist is. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800014-18
beslissing van de meervoudige kamer van 26 maart 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [opvanglocatie]
.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 23 januari 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 25 januari 2024 tot en met 25 januari 2025;
- het verlengingsadvies van de reclassering GGZ ERW Novadic-Kentron (hierna: de reclassering) van 8 januari 2025, waarin onder meer wordt ingegaan op de naleving van de voorwaarden;
- het rapport van [psychiater] van 6 december 2024.

2.De procedure

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 maart 2019 is betrokkene, wegens vernieling, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling en mishandeling, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 405 dagen met aftrek van voorarrest en tbs met voorwaarden, met als bijzondere voorwaarden dat betrokkene:
  • zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • meewerkt aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
dat hij meewerkt aan huisbezoeken;
dat hij zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
dat hij een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
dat hij de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
dat hij de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
dat hij zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering;
dat hij meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en
instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het
toezicht;
 als de reclassering dat nodig acht, meewerkt werkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
  • niet naar het buitenland of de overige landen van het Koninkrijk der Nederlanden, dan wel het Caribisch deel van Nederland, gaat zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
  • zich laat opnemen in een forensische, klinische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Totdat die plaatsing mogelijk is, laat verdachte zich eventueel ter overbrugging opnemen in een soortgelijke forensische, klinische zorginstelling. De opname start aansluitend op detentie. De opname duurt de gehele duur van de maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen en/of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • zich ambulant laat behandelen door een nader te bepalen forensische polikliniek of soortgelijke instelling. De behandeling start aansluitend op de klinische opname. De behandeling duurt de gehele maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • verblijft in een nader te indiceren instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Het verblijf start aansluitend op de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • geen soft- of harddrugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • geen alcohol gebruikt én meewerkt aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [naam 1] . De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [naam 2] , zolang de reclassering dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
  • zich gedurende de maatregel niet in Breda bevindt, zolang de reclassering dit verbod nodig vindt. Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatieverbod;
  • meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan budgetbeheer, beschermingsbewind of schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
  • zich actief inzet om een passende dagbesteding te verkrijgen en behouden die door de reclassering is goedgekeurd.
Hierbij is aan de reclassering de opdracht gegeven betrokkene bij de naleving van de
voorwaarden hulp en steun te verlenen.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 20 maart 2019 aangevangen.
Bij beslissing van 2 april 2021 is de tbs met voorwaarden verlengd met twee jaar. Hierbij heeft de rechtbank de voorwaarde over het drugsverbod in die zin gewijzigd dat deze vervalt en wordt vervangen door de volgende voorwaarden:
  • geen harddrugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • zich op het gebied van softdrugsgebruik dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de behandelaars van de kliniek en de reclassering, ook als dit inhoudt volledige abstinentie. De controle op naleving van deze voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urineonderzoeken en/of blaastesten of anderszins. Van de Sanden dient daaraan zijn volledige medewerking te verlenen.
Bij beslissing van 23 maart 2023 is de tbs met voorwaarden verlengd met één jaar. Hierbij heeft de rechtbank de voorwaarde over de time-out in die zin gewijzigd dat deze vervalt en wordt vervangen door de volgende voorwaarde:
 als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Bij beslissing van 29 maart 2024 is de tbs met voorwaarden verlengd met één jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 12 maart 2025 is de officier van justitie, mr. J.A. Castelein, gehoord. Daarnaast is betrokkene gehoord, bijgestaan door mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam. Als deskundigen zijn gehoord [reclasseringswerker 1] en [reclasseringswerker 2], reclasseringswerkers bij de reclassering.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering adviseert tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar. Betrokkene is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline, vermijdende en schizoïde kenmerken. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis, alcohol, cocaïne, amfetamineachtig middel en hypnoticum of anxiolyticum en heeft betrokkene een gebrekkige frustratietolerantie, agressie- en impulscontrole, waarbij hij fysiek en verbaal grensoverschrijdend gedrag vertoont. Het ontbreekt betrokkene op vrijwel alle leefgebieden aan stabiliteit. De combinatie van middelengebruik, psychische en persoonlijkheidsproblematiek, een instabiele relatie en het ontbreken van passende huisvesting maken dat de reclassering onvoldoende grip kan uitoefenen op betrokkene. Hij voert zijn eigen regie en is daarbij beperkt beïnvloedbaar door interventies vanuit de reclassering. De reclassering schat de risico’s op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden in als hoog. Om deze risico’s te verlagen, moet er een omgevingsprothese om betrokkene heen worden gebouwd waarop hij kan terugvallen als spanningen oplopen. Als deze is gerealiseerd, worden de risico’s ingeschat als gemiddeld. Het traject om een omgevingsprothese te creëren, is gestart. Betrokkene is sinds 13 januari 2025 geplaatst bij [opvanglocatie] in [plaats] en is aangemeld voor ambulante behandeling bij het forensisch FACT-team. Het thema middelengebruik zal onderdeel van deze behandeling uitmaken en er zullen urinecontroles plaatsvinden om de abstinentie van middelengebruik te blijven monitoren. Daarnaast moet betrokkene een passende dagbesteding verkrijgen en behouden. Omdat de verwachting is dat er meer dan één jaar nodig is om een passende resocialisatie met gedragsverandering te bewerkstelligen, adviseert de reclassering een verlenging met twee jaar.
Daarnaast adviseert de reclassering om de huidige voorwaarden voort te zetten, zij het onder wijziging van de voorwaarde die betrekking heeft op het reizen naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, door deze als volgt te formuleren:
“Dat de terbeschikkinggestelde niet zonder toestemming van de reclassering naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat."
Ter zitting heeft [reclasseringswerker 1] daaraan nog toegevoegd dat het verblijf in [opvanglocatie] goed verloopt en betrokkene kleine stapjes maakt. Het vinden van een passende dagbesteding is in de opstartende fase en de begeleiding door [opvanglocatie] ook. De abstinentie van middelengebruik wordt gemonitord middels urinecontroles en de intake voor een behandeling bij het FACT-team staat gepland. Daarnaast zal worden onderzocht of betrokkene ADHD heeft en zal agressie- emotieregulatie onderdeel zijn van de behandeling. De verlengingszitting geeft betrokkene veel spanning en onrust en dat heeft de afgelopen tijd aan zijn behandeling in de weg gestaan. Voorts is een toelichting gegeven op de officiële waarschuwing van 9 december 2024. Deze waarschuwing had mede betrekking op grensoverschrijdend gedrag door middel van verbale agressie door betrokkene jegens [reclasseringswerker 1] .

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van [psychiater] blijkt dat bij betrokkene sprake is van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline, vermijdende en schizoïde kenmerken. Ook bestaat er een meervoudige stoornis in het gebruik van psychoactieve middelen, zoals alcohol, cannabis, cocaïne, amfetamine en benzodiazepinen. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt hoog ingeschat als de tbs met voorwaarden wordt beëindigd. Er is dan een grote kans dat betrokkene weer psychoactieve middelen gaat gebruiken. Omdat betrokkene geneigd is zich niet altijd aan de voorwaarden te houden, acht de psychiater nauwgezet toezicht op betrokkene van belang en moeten de behandeling en begeleiding binnen een verplichtend kader plaatsvinden. Betrokkene moet toewerken naar betaald werk of een zinvolle daginvulling en is het wenselijk dat hij meer inzicht krijgt in zijn persoonlijkheidsstoornis en leert omgaan met de beperkingen die de stoornis met zich meebrengt. De psychiater adviseert verlenging van de tbs met één jaar, omdat het belangrijk is om betrokkene enig toekomstperspectief te bieden zodat hij zich blijft conformeren aan de opgelegde voorwaarden. De psychiater heeft de vrees dat betrokkene zich aan de voorwaarden zal onttrekken bij een verlenging met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering gebleven de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen. Er wordt nog steeds voldaan aan de wettelijke vereisten. Doorslaggevend is het uitgangspunt dat de tbs met twee jaar moet worden verlengd als aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer dan een jaar in beslag zullen nemen, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. De officier van justitie is van mening dat van bijzondere omstandigheden niet is gebleken.
De officier van justitie stemt in met de door de reclassering geadviseerde wijziging van de voorwaarde die betrekking heeft op het reizen naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij zich neerlegt bij een verlenging van de tbs. Op het gebied van agressieregulatie heeft hij al veel vooruitgang geboekt en de incidenten waarbij hij boos is geworden zijn op één hand te tellen. Betrokkene staat open voor betaald werk. Op korte termijn staat een intake voor dagbesteding gepland en met het drugs- en alcoholverbod heeft hij geen moeite. Zijn relatie is nu definitief beëindigd.
De verdediging heeft betoogd dat de tbs met één jaar moet worden verlengd omdat sprake is van bijzondere omstandigheden. De tbs met voorwaarden eindigt uiterlijk over drie jaar en het is van belang dat betrokkene komend jaar gaat toewerken naar het einde van de maatregel. Betrokkene kan komend jaar laten zien dat hij zich aan de voorwaarden kan houden en het is daarom wenselijk om voor het einde van de tbs-maatregel nog twee toetsmomenten te hebben.
De verdediging voert geen verweer op de voorgestelde wijziging van de voorwaarde die ziet op het reizen naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de reclassering en de externe gedragsdeskundige wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Het algemene uitgangspunt van de rechtbank is dat de tbs verlengd moet worden met een termijn van twee jaar, als aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer dan een jaar in beslag zullen nemen. Alleen bij bijzondere omstandigheden wijkt de rechtbank daarvan af.
De rechtbank constateert dat het afgelopen jaar rumoerig is verlopen door de vele woonplaatswisselingen van betrokkene en de wisselende status van zijn relatie. Dit heeft ertoe geleid dat zijn behandeling nog niet van de grond is gekomen en ook aan andere voorwaarden niet is voldaan. De door de reclassering genoemde omgevingsprothese moet nog vrijwel volledig worden vormgegeven. Door de recente plaatsing bij [opvanglocatie] en het definitief beëindigen van zijn relatie komt er langzaamaan meer stabiliteit in het leven van betrokkene. De intake voor de ambulante behandeling bij het forensisch FACT-team staat gepland. Betrokkene staat open voor (het vinden van) dagbesteding en hij wenst mee te werken aan onderzoek naar ADHD en behandeling van agressie-emotieregulatie. Ook is gebleken dat hij al enige tijd abstinent is van psychoactieve middelen. Het zal nog geruime tijd kosten om het resocialisatietraject, inclusief gedragsverandering, af te ronden. De rechtbank stelt echter ook vast dat het voor betrokkene cruciaal is dat het resocialisatietraject op een zorgvuldige manier verloopt, waarin hij zich openstelt voor verdere ambulante behandeling. Alleen dan zullen de eerdergenoemde risico’s afnemen tot een gemiddeld niveau. Met behulp van de omgevingsprothese zullen oplopende risico’s tijdig gesignaleerd kunnen worden, waarna interventies kunnen worden ingezet.
Hoewel de rechtbank vaststelt dat op basis van de gegeven adviezen niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de tbs rechtvaardigen, ziet de rechtbank een bijzondere omstandigheid die maakt dat van voormeld uitgangspunt om de tbs met twee jaar te verlengen, wordt afgeweken. De maatregel tbs met voorwaarden heeft een maximale duur van negen jaar. Dat betekent dat er op dit moment drie jaar resteert voor de volledige resocialisatie van betrokkene. Het traject moet nog worden opgestart en op vrijwel alle leefgebieden (verdere) vorm krijgen. De reclassering heeft gerapporteerd dat hierbij de nodige uitdagingen te verwachten zijn. Om gedurende het traject de vinger aan de pols te houden en, voor zover nodig, bij te sturen door middel van bijvoorbeeld een wijziging van voorwaarden, acht de rechtbank een verlenging van één jaar passend en noodzakelijk. Daarbij heeft de rechtbank ook oog voor de conclusie van de psychiater dat een verlenging van één jaar betrokkene toekomstperspectief biedt en hem zal motiveren zich te conformeren aan de voorwaarden. Het extra toetsmoment stelt betrokkene in staat om in een relatief korte tijd te laten zien dat hij zich aan alle opgelegde voorwaarden kan (blijven) houden en zich inzet om het resocialisatietraject, inclusief gedragsverandering, succesvol af te ronden.
Daarnaast zal de rechtbank conform het advies van de reclassering de voorwaarde wijzigen die betrekking heeft op het reizen naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, in die zin dat daarvoor voortaan toestemming van de reclassering nodig is.

8.De beslissing.

De rechtbank
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van betrokkene met
één jaar.
De rechtbank
wijzigtde voorwaarde met betrekking tot het reizen naar het buitenland in die zin dat de voorwaarde:
“niet naar het buitenland of de overige landen van het Koninkrijk der Nederlanden, dan wel het Caribisch deel van Nederland, gaat zonder toestemming van het Openbaar Ministerie”
komt te luiden:
“dat de terbeschikkinggestelde niet zonder toestemming van de reclassering naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat”.
Deze beslissing is genomen door mr. D.H. Hamburger, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en
mr. D.S.G. Froger-Zeeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.W. Schalk en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 maart 2025.