Op 12 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en verschillende middelenstoornissen. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de tbs met twee jaar, maar na overleg met deskundigen en de verdediging werd de vordering aangepast naar een verlenging van één jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd, waarbij werd overwogen dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eisten. De rechtbank baseerde haar oordeel op de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen, die aangaven dat het recidiverisico nog steeds aanwezig is, maar dat de betrokkene zich recent positief heeft ontwikkeld. De rechtbank benadrukte het belang van samenwerking met de reguliere geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de noodzaak om de ontwikkelingen binnen het resocialisatietraject goed te monitoren. De beslissing om de tbs met één jaar te verlengen werd genomen in het belang van de betrokkene, om hem de kans te geven zich verder te stabiliseren en zijn motivatie voor abstinentie van middelengebruik te behouden.