ECLI:NL:RBZWB:2025:1729

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
02-120716-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging met geweld

Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging. De verdachte, geboren in 1995 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M. Kersemaekers-Schraven. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 maart 2025, waarbij de officier van justitie, mr. J. Verschuren, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het afpersen van de aangever, het wederrechtelijk van zijn vrijheid beroven en het bedreigen van de aangever met geweld.

De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van zowel de aangever als de verdachte op onderdelen niet betrouwbaar waren, wat leidde tot een behoedzame beoordeling van het bewijs. De rechtbank concludeerde dat de verdachte de aangever onder dwang had gedwongen tot de afgifte van waardevolle spullen en geld, en dat hij de aangever had bedreigd met geweld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele feiten wegens gebrek aan bewijs, maar achtte de feiten van afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank legde een schadevergoedingsmaatregel op aan de verdachte ten behoeve van de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-120716-24
Parketnummer TUL: 02-194148-20
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 maart 2025
in de strafzaak tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. Middelburg,
raadsvrouw mr. M. Kersemaekers-Schraven, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 maart 2025, waarbij de officier van justitie mr. J. Verschuren en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd volgens artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering en is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een of meer anderen
feit 1: [aangever] heeft afgeperst tussen 1 september 2023 en 16 januari 2024;
feit 2: aangever wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd;
feit 3: aangever heeft bedreigd;
feit 4: aangever heeft afgeperst op 17 januari 2024;
feit 5: aangever heeft gedwongen contact met hem op te nemen, omdat hij anders afbeeldingen waarop het slachtoffer naakt te zien was, zou delen met derden. Subsidiair is dit als poging daartoe ten laste gelegd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de onder 1, 2, 3 en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen met uitzondering van de geweldshandelingen. De verklaring van aangever is betrouwbaar, aangezien deze op meerdere onderdelen wordt ondersteund door verklaringen van getuigen en verdachten en objectieve bevindingen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 4 ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van alle feiten bepleit. De verdenking is enkel gebaseerd op de verklaring van aangever en het ontbreekt aan enig steunbewijs. Daarnaast heeft aangever wisselend verklaard, waardoor zijn verklaring niet betrouwbaar is. Bovendien heeft aangever zelf voorgesteld om zijn spullen te verkopen. Verder kan niet worden vastgesteld dat verdachte degene was die de foto’s en filmpjes heeft verzonden (feit 5).
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feiten 1, 2 en 3
De rechtbank heeft geconstateerd dat zowel door aangever als door verdachte op onderdelen aantoonbaar in strijd met de waarheid is verklaard. Daardoor dient met hun verklaringen terughoudend en behoedzaam te worden omgegaan en was het voor de rechtbank niet eenvoudig vast te stellen wat er feitelijk is gebeurd. De rechtbank heeft evenwel mede op basis van objectieve bewijsmiddelen het volgende kunnen vaststellen.
Vaststaande feiten
Op 26 november 2023 omstreeks 23:30 uur waren verdachte en [medeverdachte] bij de woning van aangever. Zij gingen de woning van aangever binnen. Daar voerden verdachte en aangever een gesprek over een vermeende geldschuld die aangever bij verdachte zou hebben. [medeverdachte] was ook in de woning aanwezig, maar hield zich afzijdig van dit gesprek. [medeverdachte] heeft verklaard dat verdachte tijdens dit gesprek zijn stem verhief en dat hij verdachte en aangever tot kalmte heeft gemaand. De conclusie van het gesprek was dat aangever zijn spullen zou verkopen. Daarna verlieten verdachte en [medeverdachte] de woning. In de ochtend van 27 november 2023 omstreeks 10:00 uur waren verdachte en [medeverdachte] weer bij de woning van aangever. Zij gingen de woning binnen met een sleutel. Vervolgens gingen verdachte en aangever langs pandjeshuizen om spullen van aangever te verkopen. [medeverdachte] was daar niet meer bij aanwezig. Daarna gingen verdachte en aangever naar een woning in de [flat] , waar aangever zijn spullen moest achterlaten en op een bank moest plaatsnemen. Op een door verdachte gemaakt filmpje is te zien dat hij achter aangever over de galerij van een flat liep en dat aangever op dat moment twee gevulde tassen droeg. Verdachte had op dat moment een RDW-document op naam van aangever vast. In deze woning is een JBL-speaker van aangever aangetroffen. Daarnaast heeft [getuige 1] - de bewoner van de desbetreffende flatwoning - verklaard dat de speaker, een televisie en een Playstation via verdachte in zijn woning terecht zijn gekomen en dat verdachte die spullen via aangever had verkregen. In de avond van 27 november 2023 gingen verdachte en aangever naar [autobedrijf] , waar aangever zijn auto heeft verkocht voor € 2.500,- contant. Ze zijn bij het autobedrijf opgehaald door [medeverdachte] . Op 29 november 2023 heeft aangever samen met zijn vader, [getuige 2] , geld gepind. In totaal nam [getuige 2] een bedrag van € 4.960,- op. Aangever gaf dit geld vervolgens in een envelop af bij de woning aan de [flat] , waar hij twee dagen daarvoor ook was geweest. [getuige 1] heeft verklaard dat aangever daar een envelop met geld heeft afgegeven voor verdachte.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of aangever onder dwang de spullen en het geldbedrag heeft afgegeven, waarbij hij ook zou zijn bedreigd en wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd.
Wapens en geweld
Aangever heeft verklaard dat verdachte op 26 november 2023 een vuurwapen bij zich had, hem heeft bedreigd met een mes en hem meermalen heeft geslagen. De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte een wapen bij zich had of daarmee heeft gedreigd. Alleen de verklaring van aangever wijst in die richting, maar het dossier biedt daarvoor geen andere aanknopingspunten. Daarnaast acht de rechtbank het onaannemelijk dat aangever meermalen is geslagen. Aangever heeft verklaard dat hij minimaal 25 keer is geslagen, onder andere met de kolf van een pistool, en dat hij meermalen in zijn gezicht is gestompt. Van enig letsel is echter niet gebleken. Uit het filmpje dat verdachte heeft gemaakt bij het binnenkomen van de woning van aangever in de ochtend van 27 november 2023 blijkt niet dat aangever letsel had. Daarnaast heeft de moeder van aangever, die hem in de ochtend van 28 november 2023 heeft gezien, ook niet verklaard over enig letsel bij aangever, terwijl haar verklaring op andere punten zeer gedetailleerd is. De rechtbank acht het ondenkbaar dat iemand die met de door aangever genoemde frequentie en intensiteit is mishandeld daarbij geen uiterlijk waarneembaar letsel oploopt. De rechtbank zal verdachte daarom partieel vrijspreken van het gebruik van wapens en geweld.
Bedreiging met geweld
Verdachte en [medeverdachte] hebben ontkend dat zij hebben gedreigd met geweld om de woning van aangever binnen te komen en om aangever ertoe te bewegen zijn spullen te verkopen. Zij hebben verklaard dat aangever zelf op het idee kwam om zijn spullen te verkopen. Ook aangever heeft verklaard dat hij zelf heeft voorgesteld om zijn spullen te verkopen, maar dat hij dat onder bedreiging van geweld door verdachte heeft gedaan. De rechtbank volgt op basis van het volgende deze verklaring van aangever. Verdachte en [medeverdachte] stonden samen op een zondagavond om 23:30 uur onverwachts bij aangever voor de deur. Uit de verklaringen van zowel verdachte als aangever leidt de rechtbank af dat zij op dat moment geen vrienden van elkaar meer waren. Bovendien was verdachte toen al meerdere malen veroordeeld voor gewelddadige feiten, wat ook bij aangever bekend was. De rechtbank acht het aannemelijk dat verdachte op dat moment dreigementen heeft geuit in de richting van aangever om zo zijn woning binnen te komen. In de woning vond een gesprek plaats over een vermeende geldschuld van aangever bij verdachte, waarbij - ook volgens [medeverdachte] - door verdachte met stemverheffing is gesproken. [medeverdachte] heeft verder verklaard dat verdachte en aangever een conflict met elkaar hadden, dat hij mee was gevraagd om te voorkomen dat het uit de hand liep en dat hij zich kon voorstellen dat aangever daarvan onder de indruk raakte. Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij naar de woning van aangever ging om naar zijn geld te vragen. Gelet op de hiervoor omschreven setting en bedreigende sfeer die uitging van het handelen van verdachte en [medeverdachte] , stelt de rechtbank vast dat aangever niet vrijwillig heeft voorgesteld om zijn spullen te verkopen. Gelet op de context van de situatie acht de rechtbank het bovendien aannemelijk - en zijn verklaring op dat punt geloofwaardig - dat aangever de saldogegevens van zijn bankrekening heeft moeten tonen aan verdachte.
Aangever heeft verder verklaard dat hij onder bedreiging met geweld door verdachte alle waardevolle spullen in zijn huis moest benoemen, dat hij zijn kasten moest leeghalen en dat verdachte tegen hem zei dat hij € 8.000,- moest betalen. [getuige 3] , de moeder van aangever, heeft verklaard dat zij een dag later in de woning was en dat het haar opviel dat alle waardevolle spullen van aangever weg waren. De doosjes van zijn horloges stonden open, zijn televisie, Playstation, laptop, telefoons en schoenen waren weg en zijn auto stond niet voor de deur. Verder lag er op tafel een briefje met daarop goederen - zoals televisie, laptop en auto - met daarachter bedragen vermeld. Op het briefje stond een bedrag van € 8.000,- als eindbedrag vermeld. De rechtbank acht de verklaring van aangever op dit onderdeel geloofwaardig, omdat deze steun vindt in de verklaring van [getuige 3] .
Wederrechtelijke vrijheidsberoving
Voor de rechtbank staat verder vast dat verdachte bij het verlaten van de woning van aangever de ramen en deuren op slot heeft gedaan en de sleutels heeft meegenomen. [medeverdachte] heeft verklaard dat er een sleutel is meegenomen. Daarnaast blijkt uit het filmpje dat verdachte heeft gemaakt dat hij en [medeverdachte] op 27 november 2023 de woning van aangever binnenkwamen door zelf de deur te openen met de sleutel. Verdachte heeft voor het eerst ter zitting verklaard dat aangever kort daarvoor een sleutel uit zijn raam naar beneden had gegooid en dat verdachte met die sleutel de woning is binnengekomen. Op het filmpje is echter te zien dat aangever onder een dekentje op de bank ligt op het moment dat verdachte en [medeverdachte] zijn woning binnenkomen en dat de gordijnen nog dicht zijn. Het is donker in de woning en te horen is dat aangever zegt dat hij net wakker is. Daarnaast is te horen dat verdachte op een intimiderende manier tegen aangever praat. Als verdachte aan aangever vraagt of hij geen gekke dingen heeft gedaan, antwoordt aangever dat hij in zijn woning is gebleven. Opvallend is dat aangever heeft verklaard dat verdachte op het moment dat hij in de nacht van 26 op 27 november 2023 de woning verliet ook tegen aangever zei dat hij geen gekke dingen moest doen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte een kennelijk leugenachtige verklaring heeft afgelegd over de manier waarop hij een sleutel van de woning van aangever heeft verkregen, kennelijk met het doel om te verhullen hoe hij die sleutel daadwerkelijk in handen heeft gekregen. De rechtbank zal die kennelijk leugenachtige verklaring bezigen voor het bewijs.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat sprake kan zijn van wederrechtelijke vrijheidsberoving zonder dat het voor het slachtoffer fysiek onmogelijk is om de woning te verlaten. Verdachte heeft aangever bedreigd met geweld voordat hij de woning verliet. Aangever heeft verklaard dat hij hierdoor bang was voor verdachte en geen actie durfde te ondernemen. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank een wederrechtelijke vrijheidsberoving op in de zin van artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is het aandeel van [medeverdachte] te klein om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking met verdachte. [medeverdachte] had een ondersteunende rol en heeft wel degelijk een bijdrage geleverd, maar de rechtbank ziet deze rol eerder als medeplichtige dan als medepleger. Verdachte zal om die reden partieel worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde medeplegen.
Feit 4
Aangever heeft een verklaring afgelegd over hetgeen zich op 17 januari 2024 zou hebben afgespeeld. Naast deze verklaring bevat het dossier enkel de verklaringen van de ouders van aangever, die grotendeels gebaseerd zijn op dat wat zij van aangever zelf hebben vernomen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het onder 4 ten laste gelegde. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Feit 5
Onder verdachte is een Samsung Galaxy A50 in beslag genomen. Verdachte heeft verklaard dat dat zijn telefoon is. Op die telefoon is een filmpje aangetroffen waarop te zien is dat een andere telefoon wordt gefilmd waarmee op 14 maart 2024 verschillende naaktfoto’s en
-filmpjes van aangever naar diens moeder worden gestuurd. In de Samsung zijn ook chatberichten aangetroffen waarin door de gebruiker van de Samsung wordt gezegd dat hij de filmpjes naar ‘ze ma’ heeft gestuurd. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier echter geen bewijs dat verdachte soortgelijke feiten zou hebben gepleegd op 28 januari 2024. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 5 ten laste gelegde.
Conclusie
De onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zijn wettig en overtuigend bewezen. Van de feiten 4 en 5 zal verdachte bij gebrek aan bewijs worden vrijgesproken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van
26 november2023 tot en met
29 november2023 te [plaats] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van
tweegsm's en een laptop en
eenplaystation en
tweehorloges en een paar sneakers en een modem en huissleutels en een tv en een auto, en een bedrag van
4.96euro, die aan die [aangever] en/of een derde toebehoorden door
- die [aangever] voor diens woning op te wachten en de woorden toe te voegen 'Stap je woning in anders gaan er andere dingen gebeuren', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en 'Geef me je gsm', en 'Waarom heb je die
2.5euro niet betaald', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] diens saldogegevens van diens bankrekening te laten inzien, en
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', en 'Je moet nu 8.000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] zijn kasten te laten leeghalen, en
- alle uitgangen en ramen van de woning op slot te doen en die [aangever] in de woning achter te laten, en
- na enige tijd die [aangever] op te halen en te verplaatsen naar een appartement alwaar hij op een bank moest plaatsnemen, en
- die [aangever] diens auto te laten verkopen waarna hij de sleutels van zijn woning terug kreeg en hierbij die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet nu nog 5000 euro betalen';
2
inde periode van
26 november2023 tot en met
27 november 2023te [plaats] opzettelijk [aangever] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- die [aangever] voor diens woning op te wachten en de woorden toe te voegen 'Stap je woning in anders gaan er andere dingen gebeuren', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en 'Geef me je gsm', en 'Waarom heb je die
2.5euro niet betaald', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] diens saldogegevens van diens bankrekening te laten inzien, en
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', en 'Je moet nu 8000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [aangever] zijn kasten te laten leeghalen, en
- alle uitgangen en ramen van de woning op slot te doen en die [aangever] in de woning achter te laten, en
- na enige tijd die [aangever] op te halen en te verplaatsen naar een appartement alwaar hij op een bank moest plaatsnemen, en
- die [aangever] diens auto te laten verkopen waarna hij de sleutels van zijn woning terug kreeg en hierbij die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet nu nog 5000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, als gevolg waarvan die [aangever] dusdanig bang is geworden dat hij:
- geen weerstand durfde te bieden aan de verdachte, en
- belet is te gaan waar hij wilde en gedwongen werd om op door verdachte aangewezen plekken aanwezig te zijn/plaats te nemen;
3
in de periode van
26 november2023 tot en met
27 november 2023te [plaats] , [aangever] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [aangever] dreigend de woorden toe te voegen: 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en die [aangever] dreigend de woorden toe te voegen: 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd op te leggen een maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, strekkende tot beperking van de vrijheid van verdachte, inhoudende een contactverbod met aangever.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit verdachte integraal vrij te spreken en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft aangever in een tijdsbestek van meerdere opeenvolgende dagen bedreigd met geweld om hem zo te dwingen goederen te verkopen, waaronder zijn laptop, tv en auto. Daarbij heeft verdachte aangever een nacht lang opgesloten in zijn woning en de sleutels van die woning meegenomen. Verdachte heeft geen enkel respect gehad voor de integriteit van aangever en diens geld en goederen. Hij heeft misbruik gemaakt van een kwetsbaar slachtoffer. Uit de in de telefoon van verdachte aangetroffen chatberichten maakt de rechtbank op dat hij de bedoeling had om aangever maandelijks af te (blijven) persen. Verdachte heeft geen openheid van zaken willen geven en heeft op onderdelen zelfs aantoonbaar leugenachtig verklaard. Uit de verklaring die aangever op zitting heeft afgelegd en uit zijn vordering tot schadevergoeding valt af te leiden dat het handelen van verdachte
- die aangever persoonlijk kende - een dermate grote impact op zijn leven heeft gehad dat dit zelfs tot suïcidale gedachten heeft geleid. Pas vanaf het moment van de aanhouding van verdachte hoefde hij niet meer continu bang en alert te zijn. Dit soort feiten leiden bovendien vaak ook in de rest van de samenleving tot gevoelens van angst en onveiligheid.
Bij de bepaling van de duur van de straf sluit de rechtbank aan bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor woningoverval. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. Uit de justitiële documentatie van verdachte maakt de rechtbank op dat hij al meermalen is veroordeeld voor gewelds- en vermogensfeiten. Het baart de rechtbank zorgen dat verdachte op zijn relatief jonge leeftijd al een dergelijk omvangrijk strafblad heeft. Daarnaast liep verdachte in een proeftijd. Door deze feiten te plegen heeft hij blijk gegeven zich niets aan te trekken van door de rechtbank eerder aan hem opgelegde straffen.
Reclassering Nederland heeft op 14 november 2024 een rapport over verdachte uitgebracht. Hieruit volgt onder meer dat bij de eerdere drie veroordelingen voor vermogens- en geweldsdelicten met name het middelengebruik van verdachte en een gedragsstoornis ten grondslag lagen aan zijn delictgedrag. Eerdere hulpverleningstrajecten werden voortijdig gestopt omdat verdachte zich niet aan de afspraken hield. De reclassering heeft niet met verdachte kunnen spreken. De reclassering heeft te weinig zicht op de persoon van verdachte en zijn motieven of de aanwezigheid van risicofactoren. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest opleggen.
De officier van justitie heeft verzocht een maatregel ex artikel 38v Sr op te leggen. De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie niets naar voren heeft gebracht waaruit blijkt dat oplegging van een dergelijke maatregel ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten nodig zou zijn. Zij legt deze maatregel daarom niet op.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

7.De benadeelde partij

[aangever] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. Hij vordert een vergoeding van € 29.071,50 aan materiële schade en een vergoeding van € 12.000,- aan immateriële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de materiële schade aangevoerd dat het een onevenredige belasting van het strafgeding vormt om vast te stellen wat de precieze hoogte hiervan is. Hij heeft daarom verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in dit gedeelte van de vordering. Voor de immateriële schade heeft de officier van justitie zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren wegens de gebrekkige onderbouwing van de vordering.
Beoordeling
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Dat betekent dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij in beginsel verplicht is de daardoor ontstane schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde materiële schade summier is onderbouwd. Daarnaast zijn door de benadeelde partij tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de hoogte van verschillende schadeposten, zoals de kosten voor het terugkopen van de auto. Bovendien is de gevorderde schade op zitting gemotiveerd betwist door de verdediging. Dit vraagt om nadere toelichting en eventuele bewijsvoering, wat naar het oordeel van de rechtbank in deze fase van de procedure een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Om die reden zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in het deel van de vordering dat ziet op de materiële schade. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade merkt de rechtbank op dat de benadeelde partij heeft onderbouwd dat er sprake is van geestelijk letsel. Dit is ook gebleken uit de toelichting die de raadsvrouw van de benadeelde partij ter terechtzitting op de vordering heeft gegeven, mede gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten. De immateriële schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 3.000,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet-betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel. Verder zal over het toegekende bedrag de wettelijke rente worden toegewezen met ingang van de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 26 november 2023.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij arrest van 7 december 2021 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch is verdachte voor openlijke geweldpleging tegen politieambtenaren veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 22 november 2022.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft verdachte de aan het arrest verbonden algemene voorwaarde dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen niet nageleefd. Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijke gedeelte van de bij dat arrest aan verdachte opgelegde straf.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 282, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 4 en 5 ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:afpersing, meermalen gepleegd;
feit 2:opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven, meermalen gepleegd;
feit 3:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever] , van
  • verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
  • bepaalt dat dit deel van de vordering enkel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van [aangever] te betalen
  • bepaalt dat bij niet-betaling
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van 7 december 2021 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstrafvoor de tijd van
4 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.A.M. Los, voorzitter,
en mrs. D.H. Hamburger en J.M.J.C. Paijmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 maart 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meer gsm's en/of een laptop en/of playstation en/of één of meer horloges en/of een paar sneakers en/of een modem en/of huissleutels en/of een tv en/of een auto, althans de inruilwaarde/verkoopprijs van die auto, en/of een bedrag van 5000 euro, in elk geval (telkens) enig(e) goed(eren) en/of enig(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele aan die [aangever] en/of een derde toebehoorde(n) door
- die [aangever] voor diens woning op te wachten en/of de woorden toe te voegen 'Stap je woning in anders gaan er andere dingen gebeuren', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of (hierbij) die [aangever] te doen geloven dat er enig wapen in de binnenzak van een jas zat, en/of
- (eenmaal binnen in de woning) die [aangever] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of met dit vuurwapen, althans dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [aangever] te slaan, en/of
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en/of 'Geef me je gsm', en/of 'Waarom heb je die 5000 euro niet betaald', althans woorden van gelijke aarde en/of strekking, en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd te slaan en/of stompen, en/of
- die [aangever] te fouilleren en/of die [aangever] diens saldogegevens van diens bankrekening te laten inzien, en/of
- die [aangever] een mes te tonen en/of een mes tegen het hoofd te houden, en/of
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', en/of 'Je moet nu 8000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [aangever] zijn kasten te laten leeghalen, en/of
- alle uitgangen en/of ramen van de woning op slot te doen en/of die [aangever] in de woning achter te laten, en/of
- na enige tijd die [aangever] op te halen en/of te verplaatsen naar een appartement alwaar hij op een bank moest plaatsnemen, en/of
- die [aangever] diens auto te laten verkopen waarna hij de sleutels van zijn woning terug kreeg en/of (hierbij) die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet nu nog 5000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- die [aangever] voor diens woning op te wachten en/of de woorden toe te voegen 'Stap je woning in anders gaan er andere dingen gebeuren', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of (hierbij) die [aangever] te doen geloven dat er enig wapen in de binnenzak van een jas zat, en/of
- (eenmaal binnen in de woning) die [aangever] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of met dit vuurwapen, althans dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [aangever] te slaan, en/of
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en/of 'Geef me je gsm', en/of 'Waarom heb je die 5000 euro niet betaald', althans woorden van gelijke aarde en/of strekking, en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd te slaan en/of stompen, en/of
- die [aangever] te fouilleren en/of die [aangever] diens saldogegevens van diens bankrekening te laten inzien, en/of
- die [aangever] een mes te tonen en/of een mes tegen het hoofd te houden, en/of
- die [aangever] de woorden toe te voegen 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', en/of 'Je moet nu 8000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [aangever] zijn kasten te laten leeghalen, en/of
- alle uitgangen en/of ramen van de woning op slot te doen en/of die [aangever] in de woning achter te laten, en/of
- na enige tijd die [aangever] op te halen en/of te verplaatsen naar een appartement alwaar hij op een bank moest plaatsnemen, en/of
- die [aangever] diens auto te laten verkopen waarna hij de sleutels van zijn woning terug kreeg en/of (hierbij) die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet nu nog 5000 euro betalen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, als gevolg waarvan die [aangever] (dusdanig bang is geworden dat hij):
- geen weerstand kon/durfde te bieden aan de verdachte en/of diens mededaders, en/of
- (telkens) belet is te gaan waar hij wilde en/of gedwongen werd om op (een) door verdachte en/of diens mededader(s) aangewezen plek(ken) aanwezig te zijn/plaats te nemen;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever] heeft bedreigd met
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling,
door die [aangever] (telkens) dreigend de woorden toe te voegen: 'Als je niet luistert knal ik een kogel door je kop', en/of (hierbij) die [aangever] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen, en/of die [aangever] dreigend de woorden toe te voegen: 'Noem alle waardevolle spullen op in huis, als ik dan nog iets vind, steek ik je in je nek', en/of (hierbij) die [aangever] een mes te tonen en/of dit mes tegen het hoofd van die [aangever] te houden, althans (telkens) woorden en/of daden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
hij op of omstreeks 17 januari 2024 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] te dwingen tot de afgifte van diens ID-bewijs en bankpas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [aangever] en/of een derde toebehoorde(n) die [aangever] in een auto te laten plaatsnemen en/of meermalen, althans eenmaal in het gezicht, althans tegen het hoofd, te slaan en/of stompen en/of die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet je ID-bewijs en bankpas uit je woning halen, je hebt vier minuten de tijd', en/of 'Ik heb een handgranaat, weet je wat die doet als deze in een woonkamer af gaat?', en/of 'Als je niet op tijd bent, gooi ik hem naar binnen', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
hij op of omstreeks 17 januari 2024 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door die [aangever] de woorden toe te voegen 'Je moet je ID-bewijs en bankpas uit je woning halen, je hebt vier minuten de tijd', en/of 'Ik heb een handgranaat, weet je wat die doet als deze in een woonkamer af gaat?', en/of 'Als je niet op tijd bent, gooi ik hem naar binnen', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
5
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [aangever] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [aangever] wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, door die [aangever] te bewegen contact met verdachte en/of diens mededader(s) op te nemen door in digitale berichten gericht aan die [aangever] aan te geven dat hij contact moest opnemen omdat anders naaktfoto's en/of seksvideo's waarop die [aangever] was te zien, met (een) derde(n) gedeeld zouden worden, wat ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden;
subsidiair:
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of diens mededader(s) voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [aangever] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [aangever] wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, door die [aangever] te bewegen contact met verdachte en/of diens mededader(s) op te nemen door in digitale berichten gericht aan die [aangever] aan te geven dat hij contact moest opnemen omdat anders naaktfoto's en/of seksvideo's waarop die [aangever] was te zien, met (een) derde(n) gedeeld zouden worden, terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet voltooid.