Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[verzoekster] ,
[verzoeker],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ex artikel 202 Rv, ter griffie binnengekomen op 18 november 2024, met producties 1 tot en met 4,
- het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek, ter griffie binnengekomen op
2.Het verzoek en het verweer
3.De beoordeling
4.De beslissing
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,