Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 maart 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
- de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2014 met aanslagnummer [BSN] .H.46.01 (BRE 22/6084);
- de aanslag IB/PVV over het jaar 2015 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .H.56.01 (BRE 22/6085);
- de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2015 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .H.57.01 (BRE 22/6086);
- de naheffingsaanslag omzetbelasting over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 oktober 2014 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .F.04.4501 (BRE 23/175);
- de naheffingsaanslag omzetbelasting over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .F.05.5501 (BRE 23/176);
- de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2011 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .H.17.01 (BRE 23/177);
- de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2012 met aanslagnummer [BSN] .H.27.01 (BRE 23/178);
- de navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over het jaar 2013 met aanslagnummer [BSN] .W.37.01.4 (BRE 23/179);
- de voorlopige aanslag IB/PVV over het jaar 2014 met aanslagnummer [BSN] .H.40.01 (BRE 23/180);
- de voorlopige aanslag Zvw over het jaar 2014 met aanslagnummer [BSN] .W.40.024 (BRE 23/181);
- de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2014 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .H.47.01 (BRE 23/182);
- de aanslag IB/PVV over het jaar 2016 en de daarbij opgelegde boete met aanslagnummer [BSN] .H.66.01 (BRE 23/185).
Beoordeling door de rechtbank
BRE 22/6084 t/m 22/6086, BRE 23/177, 23/178, 23/182 en 23/185 de vraag te beantwoorden of de beroepen verschoonbaar te laat zijn ingediend. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. [2] Deze termijn begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. [3] Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [4] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [5] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [6] Die voorwaarden zijn dat het beroepschrift voor het einde van de termijn op de post is gedaan én het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen. Als op de envelop een leesbaar poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift op die dag op de post is gedaan. De rechtbank wijkt alleen van dit uitgangspunt af als de indiener van het beroepschrift aannemelijk maakt dat het op een eerdere datum op de post is gedaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen met zaaknummers BRE 22/6084 t/m 22/6086, 23/175 t/m 23/182 en 23/185 niet-ontvankelijk;
- draagt de inspecteur op de brieven van 29 december 2022 en 19 december 2017 in behandeling te nemen als een (aanvulling op het) bezwaar tegen de navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over het jaar 2013 met aanslagnummer [BSN] .W.37.01.4 (BRE 23/179).