[partij 1] stellen in dat kader – kort en zakelijk weergegeven – het volgende:
- hun percelen (nrs. [huisnummer 1] , [huisnummer 2] en [huisnummer 3] ) hebben alle een (tuin)poort, die toegang geeft tot
de brandgang. Deze poorten waren al aanwezig in 1982 (nr. [huisnummer 2] ), in 1989 (nr. [huisnummer 1] ) en in 1994 (nr. [huisnummer 3] );
- de brandgang is de enige achterom naar hun percelen;
- zij althans hun rechtsvoorgangers hebben vanaf respectievelijk 1982, 1989 en 1994
tot juni 2023 dagelijks ongehinderd gebruik gemaakt van de brandgang om vanaf
hun percelen, via de (tuin)poorten, met de (brom)fiets, scooter of te voet (met de
kliko) naar de [straat 2] te gaan en vice versa;
- bij het plaatsen van de toegangspoort in de jaren ’90 kregen zij althans hun
rechtsvoorgangers een sleutel van deze poort en deze is in hun bezit gebleven tot
juni 2023, toen een nieuwe poort werd geplaatst;
- hun rechtsvoorgangers hebben samen met bewoners van de [straat 2] , op verzoek van laatstgenoemden, vóór het plaatsen van de toegangspoort in de jaren ’90 de brandgang betegeld. Hetzelfde geldt voor de verlichting, die in de brandgang is aangebracht.