ECLI:NL:RBZWB:2025:1666
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslagen belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm)
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 1 maart 2023 en 10 november 2022. De inspecteur heeft aan belanghebbende naheffingsaanslagen in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd van € 1.748 respectievelijk € 13.817. Gelijktijdig bij de naheffingsaanslag van € 1.748 is bij beschikking € 1 aan belastingrente in rekening gebracht. De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard en de naheffingsaanslagen en de belastingrentebeschikking gehandhaafd. De rechtbank heeft de beroepen op 11 februari 2025 op zitting behandeld, waarbij belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de inspecteurs mr. [inspecteur 1] en [inspecteur 2]. De rechtbank heeft beoordeeld of de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht en tot de juiste bedragen aan belanghebbende heeft opgelegd. De rechtbank concludeert dat beide naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, waarbij de rechtbank de argumenten van belanghebbende over de handelsinkoopwaarde en CO2-uitstoot heeft overwogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur terecht is uitgegaan van de CO2-uitstoot zoals geregistreerd bij de RDW en dat de handelsinkoopwaarde niet verlaagd hoeft te worden. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en belanghebbende krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.