ECLI:NL:RBZWB:2025:1628

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
02-138115-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verwerven en in bezit hebben van kinderporno, nu opzet daarop niet bewezen kan worden

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1998, die werd beschuldigd van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 maart 2025, waarbij de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het verwerven en in bezit hebben van kinderporno op 3 en 4 maart 2020, en het verwerven en in bezit hebben van kinderporno in de periode van 23 oktober 2023 tot en met 16 november 2023.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 en 4 maart 2020 663 afbeeldingen met vermoedelijk kinderpornografisch materiaal had geüpload naar Google Photos. De verdachte verklaarde dat hij in die periode verslaafd was en per ongeluk ongewenste bestanden had gedownload. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, op het verwerven of in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het eerste feit.

Wat betreft het tweede feit, vond de rechtbank een filmpje op de tablet van de verdachte dat als kinderpornografisch materiaal was aangemerkt. De verdachte verklaarde dat hij de app Telegram gebruikte en vermoedde dat het filmpje onbewust was meegekomen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor opzet op het in bezit hebben van kinderporno en sprak de verdachte ook vrij van dit feit. De rechtbank concludeerde dat er geen opzet was, ook niet in voorwaardelijke zin, en sprak de verdachte vrij van beide ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-138115-23
vonnis van de meervoudige kamer van 21 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. T. van Nimwegen, advocaat te Tilburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 7 maart 2025, waarbij de officier van justitie mr. Y.E.Y. Vermeulen en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
feit 1kinderporno heeft verworven en/of in bezit gehad op 3 en 4 maart 2020 en daar een gewoonte van heeft gemaakt;
f
eit 2kinderporno heeft verworven en/of in bezit gehad in de periode van 23 oktober 2023 tot en met 16 november 2023.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en voorhanden hebben van kinderporno, zoals onder beide feiten aan verdachte ten laste is gelegd. Niet is komen vast te staan dat verdachte hier een gewoonte van heeft gemaakt. Er is sprake van voorwaardelijk opzet, nu verdachte door software te downloaden op het deepweb en gebruik te maken van de app Telegram het risico op de koop toe heeft genomen dat daarbij ook andere illegale bestanden werden gedownload.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Bij feit 1 kan opzet op het bezit van dan wel het zich toegang verschaffen tot kinderporno niet bewezen worden. In ieder geval kan niet het strafverzwarende “gewoonte maken” worden bewezen. Bij feit 2 kan het bestanddeel “van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt” niet worden bewezen. Subsidiair geldt ook voor feit 2 dat opzet op het bezit van dan wel het zich toegang verschaffen tot kinderporno niet bewezen kan worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Op 21 april 2023 ontving de politie een drietal meldingsrapporten van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children (NCMEC). Hieruit bleek dat verdachte op 3 en 4 maart 2020 in totaal 663 afbeeldingen met vermoedelijk kinderpornografische afbeeldingen had geüpload naar Google Photos. Uit nader onderzoek bleken voornoemde afbeeldingen daadwerkelijk kinderpornografisch materiaal te bevatten.
Om tot een bewezenverklaring van het bezit van kinderporno te komen, is behalve het aantreffen van de kinderporno, van belang te kunnen vaststellen of verdachte opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het verwerven en/of bezit daarvan had.
Verdachte heeft in zijn verklaring bij de politie en ter zitting verklaard dat hij in die periode zwaar verslaafd was. Om aan geld te komen zocht hij op het darkweb naar software om bitcoins te minen. Het downloaden daarvan duurde zo lang dat verdachte in slaap was gevallen. Toen hij wakker werd, bleken er ongewenst bestanden met de gedownloade software mee te zijn gekomen. Door de koppeling van zijn e-mailadres aan zijn Google-account zijn de gedownloade bestanden rechtstreeks op Google Photos terecht gekomen. Verdachte heeft de bestanden meteen van zijn gegevensdrager verwijderd. Door de onmiddellijke blokkering van Google van zijn account kon verdachte de afbeeldingen echter niet meer van Google Photos verwijderen.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat niet is gebleken dat verdachte actief heeft gezocht naar kinderpornografisch materiaal. Dan blijft de vraag over of sprake is van voorwaardelijk opzet. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet zomaar kan worden gesteld dat enkel met het actief zijn op het darkweb altijd het risico op de koop toe wordt genomen dat ongewenste illegale bijvangst, zoals kinderporno, wordt gedownload. Enige onderbouwing hiervoor ontbreekt in het dossier en is op zitting niet gegeven. Dan blijft over de verklaring van verdachte, waarvan niet is gebleken dat deze onmogelijk of onjuist is. Uitgaande van deze verklaring is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is geweest van opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, op het in bezit hebben of verwerven van kinderporno.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Feit 2
Op de tablet van verdachte werd een filmpje aangetroffen dat door een kinderpornorechercheur, gecertificeerd voor het beoordelen van beeldmateriaal in een kinderporno-onderzoek, is aangemerkt als kinderpornografisch materiaal. Dit filmpje was geüpload naar Google Drive. De aanmaakdatum van het filmpje was 23 oktober 2023.
Verdachte heeft in zijn verklaring bij de politie en ter zitting verklaard dat hij in die periode de app Telegram gebruikte en daarbij in meerdere groepen zat, waarbij hij op zoek was naar porno. Verdachte vermoedt dat het filmpje in een van deze groepen is mee gekomen, maar heeft niet gezien dat er ook sprake was van een filmpje van iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt.
De rechtbank heeft het filmpje in raadkamer bekeken en is, anders dan de raadsman, van oordeel dat wel degelijk sprake is van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. De rechtbank zal verdachte echter ook vrijspreken van feit 2.
De rechtbank is namelijk van oordeel dat het kan voorkomen dat met het downloaden van porno onbewust en onbedoeld een kinderpornografisch bestand binnenkomt dat wordt vastgelegd en vervolgens, al dan niet automatisch, wordt verplaatst naar een cloudopslag, zoals verdachte heeft verklaard. Gelet op het dossier en hetgeen ter zitting is besproken, zijn er geen aanknopingspunten om te concluderen dat het filmpje op een andere wijze bij verdachte is terecht gekomen. Bij dergelijk onbewust handelen is geen sprake van opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, op het in bezit hebben van kinderporno.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. H. Remerie, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.A.M. van der Ven-van de Riet, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 maart 2025.
Bijlage I
De tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 maart 2020 tot en met 4 maart 2020 te Tholen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens (een) afbeelding(en) te weten foto's en/of video's, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of
in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of
met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand oraal, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
(afbeelding #01, #04, #05, #06 van de toonmap)
en/of
het met de/een penis en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog had bereikt bij zichzelf met (een) vinger(s)/hand
(afbeelding #03 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon
zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze
persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(afbeelding #02 van de toonmap)
en hij/zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 oktober 2023 tot en met 16 november 2023, althans op of omstreeks 16 november 2023,te Tholen en/of
Halsteren, gemeente Bergen op Zoom, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
- (een) afbeelding(en) te weten een video en/of
- (een) gegevensdrager, te weten een tablet (Microsoft Surface),
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk
en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met (een)vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf.
(jjjj2-1.mp4)
(art. 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)