ECLI:NL:RBZWB:2025:1616
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 20 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer BRE 24/5291. De eiser, afkomstig uit een onbekende plaats, had beroep ingesteld omdat hij van mening was dat er niet tijdig was beslist op zijn aanvraag van 2 november 2023, zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet was betaald en het niet betalen hiervan niet verontschuldigbaar was. De rechtbank heeft de eiser in een aangetekende brief van 6 september 2024 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, en hem een termijn van twee weken gegeven om dit te voldoen. Een tweede herinnering volgde op 21 november 2024, maar de eiser heeft het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim van de betaling. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van Rechtspraak.nl.