ECLI:NL:RBZWB:2025:1576

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
24/940 HUUR
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling Dienst Toeslagen in proceskosten na intrekking beroep

Op 18 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en de Dienst Toeslagen. Verzoeker had een verzoek ingediend om de Dienst Toeslagen te veroordelen in de proceskosten na de intrekking van zijn beroep tegen een besluit van de Dienst Toeslagen van 19 december 2023, waarin zijn bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoeker trok zijn beroep in omdat de Dienst Toeslagen op 17 december 2024 een inhoudelijk besluit had genomen, waarbij hem huurtoeslag over het jaar 2021 werd toegekend. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar de Dienst Toeslagen heeft hier geen gebruik van gemaakt. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen tegemoet was gekomen aan verzoeker door het toekennen van huurtoeslag, en heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.554,-. Dit bedrag is berekend op basis van de ingediende bezwaarschrift en beroepschrift. Daarnaast is de Dienst Toeslagen verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/940 HUUR

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2025 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [plaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. F. Ergec),
en

Dienst Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de Dienst Toeslagen in de proceskosten. Verzoeker heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van zijn beroep tegen het besluit van de Dienst Toeslagen van 19 december 2023 waarbij zijn bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard. Hij heeft het beroep ingetrokken omdat de Dienst Toeslagen op 17 december 2024 een inhoudelijk besluit heeft genomen.
1.1
De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. De Dienst Toeslagen heeft hier geen gebruik van gemaakt.
1.2
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
3. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is de Dienst Toeslagen aan verzoeker tegemoetgekomen?
4. Op 11 januari 2024 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard. De Dienst Toeslagen heeft op 17 december 2024 verzoekers beroep alsnog inhoudelijk beoordeeld. Besloten is om aan verzoeker huurtoeslag over het jaar 2021 toe te kennen. Hiermee is de Dienst Toeslagen naar het oordeel van de rechtbank tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
Welk bedrag aan proceskosten moet Dienst Toeslagen aan verzoeker vergoeden?
5. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoeker krijgt een vergoeding van zijn proceskosten. De Dienst Toeslagen moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.554,- omdat de gemachtigde van verzoeker een bezwaarschrift en een beroepschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
5.1.
Deze vergoeding is als volgt berekend:
  • indienen beroepschrift 1 punt x wegingsfactor 1 x € 907,- = € 907,-
  • indienen bezwaarschrift 1 punt x wegingsfactor 1 x € 647,- =
totaal € 1.554,-
Krijgt verzoeker een vergoeding van het griffierecht?
6. De rechtbank wijst erop dat de Dienst Toeslagen verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. [3] Verzoeker moet zich hiervoor dan ook tot de Dienst Toeslagen wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de Dienst Toeslagen tot betaling van € 1.554,- aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 18 maart 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.