Uitspraak
( [FPC]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1978. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaren toegewezen. Betrokkene is eerder veroordeeld voor een tasjesroof en een diefstal van een fiets, en zijn tbs is op 15 maart 2011 aangevangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis, namelijk schizofrenie en een licht verstandelijke beperking, en dat er een hoog recidivegevaar bestaat. De deskundige heeft aangegeven dat betrokkene goed heeft meegewerkt aan zijn behandeling, maar dat het risico op terugval in gewelddadig gedrag hoog is als de tbs nu zou worden beëindigd. De rechtbank heeft ook overwogen dat een voorwaardelijke beëindiging van de tbs te vroeg zou zijn, gezien de mogelijke gevolgen voor betrokkene. De rechtbank heeft besloten de tbs te verlengen om betrokkene de kans te geven om in kleine stappen toe te werken naar een goede terugkeer in de maatschappij. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is uitgesproken ter openbare zitting.