Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 18 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een aanvraag voor een parkeervergunning bewoners had ingediend. Eiser, woonachtig aan een adres in de parkeerzone '1313 Drie Hoefijzers Noord', had een aanvraag ingediend voor een tweede parkeervergunning, omdat zowel hij als zijn partner een voertuig bezitten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda heeft deze aanvraag op 22 december 2023 afgewezen, omdat het adres van eiser niet was aangewezen als gebied waar vergunninghouders op straat mogen parkeren. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft op 6 februari 2025 het beroep behandeld en op 18 maart 2025 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college in redelijkheid kon besluiten om geen gebruik te maken van de hardheidsclausule, die in bijzondere gevallen een vergunning kan verlenen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, aangezien het college voldoende gemotiveerd had waarom het beleid was ingesteld en dat de belangen van eiser niet zwaarder wogen dan de doelstellingen van het college.