Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2025 in de zaak tussen
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Beroepsgronden.
Overwegingen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres, een jeugdige met een autismespectrumstoornis (ASS) en ADHD, tegen de weigering van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz) te verlenen. De aanvraag voor een Wlz-indicatie werd door het CIZ afgewezen op basis van een medisch advies dat stelde dat de zorgbehoefte van eiseres niet blijvend kon worden vastgesteld. Eiseres, die sinds haar vierde jaar zorg en begeleiding ontvangt, woont momenteel in een 24-uurs zorginstelling, gefinancierd vanuit de Jeugdwet. De rechtbank heeft de zaak op 5 februari 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het CIZ aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het CIZ terecht heeft vastgesteld dat de zorgbehoefte van eiseres op dit moment niet blijvend is. De rechtbank wijst erop dat een Wlz-indicatie levenslang geldig is en dat de wet vereist dat de zorgbehoefte blijvend moet zijn. De rechtbank oordeelt dat, hoewel eiseres momenteel 24 uur per dag zorg nodig heeft, niet kan worden uitgesloten dat haar situatie in de toekomst verbetert. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en stelt dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 februari 2025.