ECLI:NL:RBZWB:2025:1516
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in een zaak over de Wet open overheid
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om voorlopige voorzieningen van verzoekster, [verzoekster] B.V., tegen de afwijzing van haar verzoek om documenten op grond van de Wet open overheid (Woo). De voorzieningenrechter heeft op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers BRE 25/819 en 25/820. De verzoekster heeft, ondanks een verzoek daartoe, de spoedeisendheid van haar verzoek niet concreet onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanvragen van verzoekster door het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen zijn afgewezen met besluiten van 21 oktober 2024 en 13 november 2024. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de verzoeken kennelijk ongegrond zijn. De voorzieningenrechter heeft verzoekster gevraagd om het spoedeisend belang toe te lichten, maar de gegeven uitleg was onvoldoende. De enkele stelling dat het besluit evident onrechtmatig is, is niet genoeg om spoedeisend belang aan te nemen. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. drs. R.J. Wesel, en is openbaar uitgesproken op 13 maart 2025.