ECLI:NL:RBZWB:2025:1515

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
02-220295-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen door begeleider in jeugdzorg

Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen. De verdachte, werkzaam als begeleider bij Sterk Huis, heeft in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 drie minderjarige meisjes benaderd met het aanbod om geld te verdienen door zich voor te doen als vrouw en te chatten met oudere mannen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de meisjes heeft geworven met het oogmerk van seksuele uitbuiting, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van hun kwetsbare positie. De verklaringen van de slachtoffers werden ondersteund door bewijs uit de telefoon van de verdachte, waarin gesprekken en instructies voor het gebruik van apps werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een beroepsverbod van vijf jaar in de jeugdzorg. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van het vertrouwen dat in de hulpverlening is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-220295-22
vonnis van de meervoudige kamer van 14 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. J.A.R. van de Velde, advocaat te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 februari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. J.F.M. Kerkhofs, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2]:
feit 1: ten aanzien van de minderjarige [slachtoffer 1] , heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel (primair), dan wel een poging daartoe (subsidiair);
feit 2: ten aanzien van de minderjarige [slachtoffer 2] , heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel (primair), dan wel een poging daartoe (subsidiair);
feit 3: ten aanzien van [slachtoffer 3] heeft schuldig gemaakt aan een poging tot mensenhandel.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht op grond van de inhoud van het dossier wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 schuldig heeft gemaakt aan de seksuele uitbuiting van de destijds minderjarige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , zoals strafbaar gesteld in artikel 273f, eerste lid, sub 2 en sub 4 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) en een poging tot seksuele uitbuiting van [slachtoffer 3] , zoals strafbaar gesteld in artikel 273f, eerste lid, sub 1, sub 4 en sub 6 Sr.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle drie de tenlastegelegde feiten wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Het handelen van verdachte ten aanzien van alle drie de dames kan niet worden aangemerkt als een begin van uitvoering van de tenlastegelegde feiten waarmee er in alle drie gevallen geen sprake is van een strafbare poging, laat staan van een voltooid delict.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Juridisch kader
Aan verdachte is het delict mensenhandel ten laste gelegd, strafbaar gesteld in artikel 273f Sr. Specifiek wordt verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (een poging tot) de strafbare gedragingen zoals omschreven in artikel 273f, lid 1, sub 1, sub 2, sub 4 en sub 6 Sr.
Sub 1
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr ziet op het - middels een dwangmiddel - werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een ander met het oogmerk van uitbuiting van de ander. Het gaat om de activiteiten om iemand in de positie te brengen, waarin deze bewogen dan wel gedwongen kan worden zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten. Het daadwerkelijke bewegen dan wel dwingen tot het verrichten van arbeid en/of diensten is strafbaar gesteld in sub 4 van artikel 273f lid 1 Sr.
De dwangmiddelen zijn dwang, (dreiging met) geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over een ander heeft. De inzet van een dwangmiddel dient ertoe te leiden dat iemand in een uitbuitingssituatie (‘een situatie die de gelegenheid tot uitbuiting schiep’) belandt of dat iemand ervan wordt weerhouden zich aan een uitbuitingssituatie te onttrekken.
De handelingen omschreven in sub 1 zijn slechts strafbaar als deze zijn begaan met het oogmerk van uitbuiting. Met andere woorden: de gedragingen moeten zijn gericht op de uitbuiting van personen.
Het begrip ‘uitbuiting’ is door de wetgever niet gedefinieerd, behoudens voor zover in artikel 273f, tweede lid Sr is bepaald dat ‘uitbuiting ten minste omvat uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van bedelarij, slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten’. Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een oogmerk van uitbuiting zijn er meerdere invalshoeken die - gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad - moeten worden beschouwd. De beoordeling is in ieder geval sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Factoren die een rol kunnen spelen zijn: de aard en duur van de werkzaamheden, de beperkingen die de tewerkstelling meebrengt voor degene die het werk verricht, en het economisch voordeel (het profijt) dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. De in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven worden als referentiekader gehanteerd.
De rechtbank gaat er hierbij vanuit dat deze factoren niet cumulatief zijn. Immers: de strafbaarstelling van sub 1 ziet - hoewel bewezenverklaring tot een voltooid delict leidt - in feite op het voorbereidingsdelict voorafgaand aan de daadwerkelijke uitbuiting; sommige elementen kun je dan nog niet zien en gebruiken om uitbuiting in de zin van sub 1 vast te stellen. Er kan dan wel worden gekeken naar bijvoorbeeld de modus operandi, huisvesting en afspraken.
Uitbuiting veronderstelt een bepaalde mate van onvrijwilligheid, die ziet op de onmogelijkheid om zich aan een bepaalde situatie te onttrekken. Het slachtoffer wordt in een situatie gebracht of gehouden waarin hij redelijkerwijs geen andere keuze heeft dan zich te laten exploiteren.
De daadwerkelijke uitbuiting hoeft nog niet te hebben plaatsgevonden, voldoende is de onmiskenbare bedoeling van de dader. Wel moet het opzet gericht zijn op de uitbuiting. Voorwaardelijk opzet is niet voldoende.
Sub 2
Artikel 273f, eerste lid, sub 2 Sr is het equivalent van sub 1, maar dan voor gevallen waarbij het slachtoffer minderjarig is. Voor strafbaarheid ten aanzien van minderjarige slachtoffers zijn de in sub 1 genoemde dwangmiddelen niet vereist.
Sub 2 strekt tot bescherming van minderjarigen. Bij hen wordt ervan uitgegaan dat zij niet beschikken over een zekere rijpheid die hen in staat stelt de gevolgen van hun handelingen te overzien en zelfstandig beslissingen te nemen. De leeftijd van het slachtoffer is geobjectiveerd: opzet of schuld daaromtrent is niet vereist. De wetgever heeft tot uitdrukking willen brengen dat aan de wil van de minderjarige en daarmee de instemming geen betekenis toekomt. Het opzet hoeft enkel gericht te zijn op de uitbuiting.
Sub 4
Artikel 273f, eerste lid, sub 4 Sr stelt het gebruik van iemand in een uitbuitingssituatie strafbaar. Het gaat om de situatie waarbij een ander met een dwangmiddel (dezelfde als genoemd in sub 1) wordt gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, of waarbij onder de in sub 1 genoemde omstandigheden enige handeling wordt ondernomen waarvan men weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor daartoe beschikbaar stelt. Gedoeld wordt op degenen die gebruik maken van de uitbuitingssituatie van een ander, welke uitbuitingssituatie zij overigens niet zelf hoeven te hebben gecreëerd. De gedragingen in sub 4 volgen veelal op de gedragingen in sub 1 en 2, maar ze kunnen elkaar ook overlappen.
De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat, hoewel ‘uitbuiting’ als zodanig niet in de tekst van sub 4 is opgenomen, dit daarin wel moet worden ingelezen en daarmee een impliciet bestanddeel daarvan vormt. De gedragingen, bedoeld in sub 4, kunnen slechts als mensenhandel worden bestraft, indien uit de bewijsvoering volgt dat zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Met dien verstande dat die afweging bij minderjarigen anders kan uitvallen dan bij meerderjarigen.
Sub 6
Strafbaar op grond van artikel 273f, eerste lid, sub 6 Sr is degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat het opzet gericht dient te zijn op zowel het voordeel trekken als de uitbuiting van een ander. De profijttrekker kan, maar hoeft niet, een ander te zijn dan degene die de uitbuitingssituatie heeft gecreëerd. Een dwangmiddel is hier niet nodig.
Feiten en omstandigheden
Op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 9 juni 2022 ontvangt de politie een melding dat volgens één van de bewoonsters van Sterk Huis een medewerker van Sterk Huis jonge vrouwen zou ronselen om dingen te gaan doen voor geld. Hij zou dit gedaan hebben op de [afdeling] , waar minderjarige meisjes die slachtoffer zijn van mensenhandel en tienermoeders verblijven. Het ronselen zou gaan om drie vrouwen van 19, 16 en 15 jaar. Het team mensenhandel van de eenheid Zeeland-West-Brabant gaat naar de locatie van Sterk Huis en houdt daar intakegesprekken met de drie betrokken meiden.
Verklaring [slachtoffer 1]
, op dat moment 15 jaar oud, verklaart dat verdachte, een begeleider van Sterk Huis, haar heeft benaderd. Hij vertelde haar dat ze geld kon verdienen. Zijn plan was om als een ‘catfish’ met oude mannen te praten en zo geld te verdienen. Zij zou dan foto’s van zichzelf naar verdachte moeten sturen die hij daarvoor kon gebruiken. Verdachte stimuleerde haar om mee te doen. [slachtoffer 1] heeft ook foto’s van zichzelf naar verdachte gestuurd. Verdachte heeft haar en [slachtoffer 3] ook nog meegenomen naar de Mc Donalds en daar hebben zij ook met hem daarover gesproken. In de auto zei hij ‘jullie zijn veel te mooi’. Op 8 juni 2022 heeft ze, via [slachtoffer 2] , een telefoon gekregen van verdachte, terwijl zij geen telefoon mocht hebben. Via een beveiligde app op deze telefoon (JusTalk) kon zij in contact blijven met verdachte. Verdachte heeft haar ook 30 euro gegeven en verteld dat hij een huis voor hen wilde kopen. In die woning konden ze dan via computers met de mannen praten.
Verklaring [slachtoffer 2]
, op dat moment 16 jaar oud, verklaart dat zij door verdachte is benaderd om geld te gaan verdienen. Verdachte werkt als invaller bij Sterk Huis. Verdachte had medelijden met haar omdat ze weinig geld had. Hij vertelde dat hij met mannen zou praten die eenzaam zijn. Hij zou zich dan voordoen als vrouw. Verdachte was met [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] naar de McDonalds geweest waar ze het idee verder hadden uitgewerkt. Ze zouden tussen de 200 en500 euro kunnen verdienen. Het geld zou worden verdeeld. Verdachte had met haar afgesproken om een telefoon aan [slachtoffer 1] te overhandigen. Die telefoon heeft verdachte een keer gebracht toen [slachtoffer 2] klaar was met werken. [slachtoffer 2] heeft geen foto’s naar verdachte gestuurd. Deze had hij wel nodig. Verdachte vertelde haar dat ze een app moest downloaden genaamd Surespot. Het was zijn idee van die app. Hij kon dan niet getraceerd worden. Dit was voor zijn veiligheid. [slachtoffer 2] verklaarde dat ze ook al eens geld van verdachte had gekregen, dat was voor haar en [slachtoffer 1] .
Verklaring [slachtoffer 3]
, destijds 19 jaar oud, verklaarde ook door verdachte te zijn benaderd. Verdachte werkte als invaller bij Sterk Huis. Hij was hun begeleider. Verdachte vertelde [slachtoffer 3] dat ze geld kon verdienen. Hij had nog twee andere meisjes ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ) hiervoor benaderd en die hadden al ja gezegd. Hij vertelde [slachtoffer 3] dat ze mooie meiden waren en hij wel een manier wist voor hen om geld te verdienen. Hij zou geld verdienen door met oude, eenzame mannen te praten via een chat. Het plan was dat zij foto’s aan verdachte zouden sturen die hij dan vervolgens zou gebruiken in de chat met de mannen. Hij zou zich dan voordoen als vrouw tegenover die mannen. Verdachte vertelde haar ook dat zij de app Surespot op haar telefoon moest zetten zodat ze met hem kon appen. Deze app zou niet traceerbaar zijn volgens hem. Verdachte stimuleerde haar om mee te doen. Omdat [slachtoffer 3] twijfelde aan het plan heeft ze via de app Surespot verdachte laten weten dat ze niet meer meedeed. Daarna heeft ze het aan haar begeleidster verteld.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij naar aanleiding van de vragen en klachten van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over met name hun financiële situatie, met hen een idee heeft gedeeld. Dit idee had hij opgedaan door het luisteren naar een podcast. In deze podcast werd verteld hoe je relatief gemakkelijk geld kon verdienen. Het betrof een zogenaamde ‘catfish-methode’. Hierbij zou verdachte zich online voordoen als (een van) de drie dames en contact zoeken met oude, alleenstaande mannen met als doel dat zij geld zouden overmaken. Verdachte verklaart dat hij dit idee enkel aan [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft verteld zonder er verder echt concreet over te worden. Bovendien heeft hij bij het bespreken van dat idee nooit een rol voor zichzelf in de uitvoering van dit idee ingeruimd.
Betrouwbaarheid verklaringen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
De rechtbank zal eerst beoordelen of de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] als betrouwbaar dienen te worden aangemerkt. Het moment van openbaring was buiten de dames om, op initiatief van een van de begeleiders van Sterk Huis. Vervolgens hebben [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] los van elkaar een verklaring afgelegd, zonder dat zij de kans hadden om met elkaar te overleggen of de verklaringen op elkaar af te stemmen. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en acht deze verklaringen dan ook betrouwbaar.
Bevindingen in mobiele telefoon verdachte
Uit onderzoek in de telefoon van verdachte blijkt dat de verklaringen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , ondersteund worden. In de app Surespot wordt het gesprek van 8 juni 2022 tussen verdachte en [slachtoffer 3] aangetroffen waarin [slachtoffer 3] zegt dat ze stopt en waarna verdachte stuurt dat “het 70/30% qua geld is wat
wemet dit konden verdienen”. In de telefoon van verdachte worden in de app Surespot ook berichten van 8 juni 2022 aangetroffen tussen verdachte en [slachtoffer 2] waarin hij haar vraagt “wat voor pics kan ik van jou gebruiken voor die pages” en in de app JusTalk een gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 1] op 8 juni 2022 waarin verdachte zegt dat ze voorzichtiger moeten gaan worden omdat [slachtoffer 3] twijfelt. Daarnaast zijn WhatsAppgesprekken tussen verdachte en ‘ [gebruikersnaam] ’ aangetroffen, waarin verdachte zegt dat ze “met haar body ook easy aan money kan komen” en waar hij haar vraagt of hij met haar foto’s een pagina mag aanmaken. Weliswaar betreft dit niet eens van de vrouwen uit deze zaak, maar kleurt dit wel de handelswijze van verdachte.
Al met al gaat de rechtbank uit van de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en gaat zij niet mee met de verklaring van verdachte dat het in deze situatie alleen ging om een geopperd niet nader of concreet uitgewerkt idee.
Weging van de bevindingen in het licht van artikel 273f Sr
Voor de beoordeling van de vraag of uitbuiting als bedoeld in art 273f lid 1 Sr bewezen kan worden, dient te worden vastgesteld of er sprake is van een handeling, een dwangmiddel (tenzij sprake is van sub 2) en een oogmerk van uitbuiting.
Handelingen
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zou hebben geworven (art 273f lid 1 sub 2 Sr) en hij overige handelingen heeft gepleegd (art 273f lid 1 sub 4 Sr) en dat hij ten aanzien van [slachtoffer 3] een poging heeft gedaan om haar te werven, overige handelingen te plegen en voordeel te trekken (art 273f lid 1 sub 1, sub 4 en sub 6 Sr).
Werven van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (art 273f lid 1 sub 2 Sr) en poging tot werven van [slachtoffer 3] (art 273f lid 1 sub 1 Sr)
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de destijds minderjarige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft geworven. Het is verdachte geweest die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft benaderd. Dit volgt onder meer uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , de Surespotberichten van 8 juni 2022 tussen verdachte en [slachtoffer 2] waarin hij haar vraagt “wat voor pics kan ik van jou gebruiken voor die pages” en de JusTalkberichten met [slachtoffer 1] op 8 juni 2022 waarin verdachte zegt dat ze voorzichtiger moeten gaan worden omdat [slachtoffer 3] twijfelt.
Uit de houding van verdachte en zijn acties, die de rechtbank afleidt uit de aangetroffen en op zitting voorgehouden berichten, volgt dat verdachte erop uit was om meiden te zoeken voor zijn plan. Daarnaast levert hij een telefoon aan [slachtoffer 1] en zorgt hij via de apps Surespot en JusTalk voor veilig appverkeer. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte niet slechts een idee heeft geopperd, maar ook daadwerkelijk actie heeft ondernomen om dat plan te kunnen uitvoeren. Ten aanzien van [slachtoffer 3] is het slechts bij een poging gebleven omdat zij voortijdig aan verdachte heeft laten weten dat ze niet meer mee wilde doen.
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of een kwetsbare positie (art 273f lid 1 sub 4 Sr)
De rechtbank is van oordeel dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] kunnen worden aangemerkt als kwetsbare personen. Zij waren alle drie van jonge leeftijd en verbleven alle drie op de [afdeling] binnen Sterk Huis, waar onder andere slachtoffers van seksuele uitbuiting en tienermoeders verblijven. Verdachte was op die groep werkzaam als begeleider. Er was aldus sprake van ongelijkwaardigheid in de relatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Vanwege die omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank sprake van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en van een kwetsbare positie.
Bewustheid verdachte
Gelet op zijn functie als begeleider bij Sterk Huis wist verdachte dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] minderjarig waren en dat zij en [slachtoffer 3] , als cliënten van Sterk Huis, zich alle drie in een kwetsbare positie bevonden.
Oogmerk van uitbuiting
De rechtbank is van oordeel dat verdachte met zijn handelen enkel uit is geweest op het profiteren van de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Het oogmerk van verdachte is dan ook op uitbuiting in de zin van artikel 273f, eerste lid sub 1, 2 en 4 Sr gericht geweest.
Opzettelijk voordeel trekken uit de (seksuele) uitbuiting (art 273f lid 1 sub 6 Sr)
De rechtbank acht ook dit onderdeel wettig en overtuigend bewezen. Het is evident dat verdachte met zijn handelingen een poging heeft gedaan om voordeel te trekken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 3] . Zowel [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] als [slachtoffer 3] verklaren dat het geld zou worden verdeeld en dit blijkt ook uit het gesprek in Surespot tussen verdachte en [slachtoffer 3] , waarin verdachte stuurde dat het 70/30% was wat ‘
we’met dit konden verdienen.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ((seksuele) uitbuiting) in de zin van artikel 273f lid 1, subonderdelen 2 en 4 Sr en ten aanzien van [slachtoffer 3] aan een poging tot mensenhandel ((seksuele) uitbuiting) in de zin van artikel 273f lid 1, subonderdelen 1, 4 en 6 Sr.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2],
een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2006),
* heeft geworven met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en
* door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
immers heeft verdachte
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] ) veel te mooie meiden waren en dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] ) geld tekort kwamen en dat hij wel een manier wist voor hen om veel meer snel geld te kunnen verdienen en dat ze een deel zouden krijgen en verdachte een deel en
- die [slachtoffer 1] benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich
, verdachte,voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten en
- die [slachtoffer 1] gevraagd om foto’s van zichzelf naar hem, verdachte, te sturen (welke hij dan zou gebruiken in het contact/de chats met die (oude/eenzame) mannen) en die [slachtoffer 1] gezegd dat ze foto’s moest sturen en dat als ze dit niet deed hij zou doorgeven bij de begeleiding/leiding dat die [slachtoffer 1] een telefoon (tot haar beschikking) had en die [slachtoffer 1] enig geldbedrag gegeven en/of laten geven en
- die [slachtoffer 1] een telefoon gegeven zodat zij met verdachte contact kon onderhouden in verband met dit voorstel/idee en
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij een huis zou kopen/huren zodat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of andere meisjes) dan in dat huis konden (gaan) chatten met mannen en/of achter de computer konden gaan werken en
- via een speciale app (SureSpot en/of Justalk) contact gelegd en onderhouden met die [slachtoffer 1] omtrent dit voorstel/idee en
- die [slachtoffer 1] gezegd: “kom bij me slapen” en “ik ben dark chocolate en vitamine c” en “laat me mijn vingers in je steken”, althans woorden van gelijke aard of strekking;
2
in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2],
een ander, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2005),
* heeft geworven met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en
* door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
immers heeft verdachte
- die [slachtoffer 2] voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] ) mooie meiden waren en dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] ) geld tekort kwamen en dat hij wel een (makkelijke) manier wist voor hen om geld te verdienen en/of dat die [slachtoffer 2] (veel) geld hiermee kon verdienen en/of dat het verdiende geld tussen hen verdeeld zou worden en
- die [slachtoffer 2] benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich,
verdachte,voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten en
- die [slachtoffer 2] gevraagd om foto’s van zichzelf naar hem, verdachte te sturen en gevraagd of hij een (instagram) foto van die [slachtoffer 2] mocht gebruiken (ten behoeve van een aan te maken account/profiel en het contact/de chats met die (oude/eenzame) mannen) en
- die [slachtoffer 2] instructies gegeven om de app Surespot te downloaden en
- via een speciale app (SureSpot en/of Justalk) contact gelegd en onderhouden met die [slachtoffer 2] (omtrent dit voorstel/idee) en
- geld overhandigd aan die [slachtoffer 2] en
- een telefoon aan die [slachtoffer 2] overhandigd (zodat die [slachtoffer 2] deze kon overhandigen aan [slachtoffer 1] in verband met het gedane voorstel/idee);
3
hij in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
A)
een ander, te weten [slachtoffer 3] (geboren [geboortedag 4] 2002)
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie te werven, (sub 1)
en
met een van de onder 1° genoemde middelen te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling te ondernemen waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
en
B.
opzettelijk voordeel te trekken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 3] (geboren [geboortedag 4] 2002) (sub 6)
daartoe opzettelijk
- die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) mooie meiden waren en dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) geld tekort kwamen en dat hij wel een manier wist voor hen om (veel) geld te verdienen en
- die [slachtoffer 3] heeft benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich,
verdachte, voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten en
- die [slachtoffer 3] heeft gevraagd om foto’s van zichzelf naar hem, verdachte te sturen (welke hij dan zou gebruiken in het contact/de chats met die (oude/eenzame) mannen) en
- via een speciale app (SureSpot en/of Justalk) contacten heeft gelegd en onderhouden met die [slachtoffer 3] (omtrent dit voorstel/idee) en
- die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat ze veel geld hiermee zouden kunnen verdienen en/of dat ze “70/30%” met dit (voorstel/idee) zouden kunnen verdienen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden en een beroepsverbod voor de duur van vijf jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. Gelet hierop wordt verzocht om een taakstraf op te leggen, eventueel in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. Een beroepsverbod zou een disproportionele reactie zijn. Verdachte heeft weliswaar een fout begaan die rechtstreeks verband houdt met zijn werk als hulpverlener, maar het betreft een fout die van geringe zwaarte is en bovendien eenmalig.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 schuldig gemaakt aan drie strafbare feiten, te weten - kort gezegd - de (seksuele) uitbuiting (mensenhandel) van de minderjarige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en ten aanzien van [slachtoffer 3] een poging daartoe. De slachtoffers waren jonge, kwetsbare vrouwen die verbleven op de [afdeling] van Sterk Huis, een behandelgroep voor tienermoeders en voor meiden die te maken hebben gehad met seksuele uitbuiting/grensoverschrijding en vermoedelijk slachtoffer zijn van jeugdprostitutie. Zij waren aan verdachte zijn zorg toevertrouwd. Dat verdachte, in zijn rol als begeleider bij deze zorginstelling, tot dit soort feiten is overgegaan, is een verloochening van het vertrouwen die de maatschappij mag hebben in de hulpverlening en ten aanzien van de kwetsbare slachtoffers persoonlijk. Verdachte heeft het in hem gestelde vertrouwen op grove wijze beschaamd. Door externe factoren is het handelen van verdachte gelukkig in een vroeg stadium een halt toe geroepen en is de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers uiteindelijk beperkt gebleven. Dit is niet aan verdachte te danken: hij heeft zijn eigen (financiële) belangen op de voorgrond gesteld zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers.
Strafoplegging
De LOVS-oriëntatiepunten indiceren voor de bewezenverklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, de overschrijding van de redelijke termijn en de indruk die de rechtbank heeft dat dit een eenmalige misstap van verdachte was, aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie en de LOVS-oriëntatiepunten. De rechtbank is van oordeel dat het niet passend en geboden is om een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf aan verdachte op te leggen.
Alles overwegend acht de rechtbank een taakstraf voor de maximale duur, te weten 240 uur, passend en geboden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden noodzakelijk is. Deze voorwaardelijke straf dient enerzijds om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds als stok achter de deur voor verdachte om geen nieuwe strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank een proeftijd van twee jaar verbinden.
Beroepsverbod
In artikel 251 Sr is bepaald dat de in artikel 28 Sr vermelde bijkomende straf van ontzetting van het recht een bepaald beroep uit te oefenen bij een veroordeling voor dit feit kan worden uitgesproken, indien verdachte het feit in de uitoefening van dat beroep heeft begaan. De rechtbank is van oordeel dat hiervan sprake is. Verdachte was tijdens het bewezenverklaarde feit werkzaam als hulpverlener in de jeugdzorg. De rechtbank ziet op grond van de aard van het delict, in combinatie met de werkomgeving waarin dit delict is begaan, aanleiding om de ontzetting van het recht om het beroep van hulpverlener of een soortgelijke functie in de gezondheidszorg of jeugdzorg uit te spreken. De rechtbank acht het van groot belang dat wordt verzekerd dat verdachte voor een langere periode niet meer in aanraking zal komen met minderjarige en/of kwetsbare personen in de uitoefening van zijn beroep, teneinde recidive te voorkomen. De rechtbank zal deze bijkomende straf opleggen voor de duur van vijf jaar.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 31, 45, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 2º en 4º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, en een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
feit 2:mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 2º en 4º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, en een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
feit 3:poging tot mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel
273f, eerste lid onder 1º, 4º en 6º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten
worden gepleegd, een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt
gemaakt, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 (honderdtwintig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Bijkomende straf
-
ontzet verdachte van het recht het beroep van hulpverlenerof een soortgelijke functie in de gezondheidszorg en jeugdzorg uit te oefenen voor de duur van
5 (vijf) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Brouwer, voorzitter, mr. F.L. Donders en mr. P.B. van Onzenoort, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Kroes, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 maart 2025.
Mrs. Van Onzeoort en Kroes zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2006),
* heeft geworven met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en/of
* door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1]
zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
immers heeft verdachte
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) een (veel te) mooie meid/mooie meiden was/waren en/of dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) geld tekort kwam(en) en/of dat hij wel een manier wist voor haar/hen om een paar honderd euro per maand, althans (veel meer) (snel) geld te kunnen verdienen en/of dat ze het (hiermee verdiende) geld bij elkaar zouden leggen en dan door 4(en) zouden delen en/of dat zij een deel zou(den) krijgen en verdachte een deel en/of
- die [slachtoffer 1] benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich voor te doen als vrouw en) met (een) (oude en/of eenzame) man(nen) te chatten/praten en/of
- die [slachtoffer 1] gevraagd om (naakt)foto’s van zichzelf naar hem, verdachte, te sturen (welke hij dan zou gebruiken in het contact/de chat(s) met die (oude/eenzame) mannen) en/of die [slachtoffer 1] gezegd dat ze (naakt)foto’s moest sturen en dat als ze dit niet deed hij zou doorgeven bij de begeleiding/leiding dat die [slachtoffer 1] een telefoon (tot haar beschikking) had en/of die [slachtoffer 1] 30 euro, althans enig geldbedrag gegeven en/of laten geven en/of
- die [slachtoffer 1] een telefoon gegeven zodat zij met verdachte contact kon onderhouden in verband met dit voorstel/idee en/of
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij een huis zou kopen/huren zodat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of andere meisjes) dan in dat huis konden (gaan) chatten/praten (met mannen) en/of achter de computer konden (gaan) werken en/of
- een mail gestuurd naar die [slachtoffer 1] met instructies om de app Surespot te downloaden en/of
- via een speciale app (SureSpot en/of Justtalk) contact gelegd en/of onderhouden met die [slachtoffer 1] (omtrent dit voorstel/idee) en/of
- die [slachtoffer 1] gezegd: “kom bij me slapen” en/of “ik ben dark chocolate en/of vitamine c” en/of “laat me mijn vingers in je steken”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] (aldus) benaderd met het voorstel om te (gaan) chatten/praten met mannen met als (uiteindelijk) doel om die [slachtoffer 1] webcamwerkzaamheden en/of sexwerkzaamheden te laten verrichten
artikel 273F sub 2 en sub 4 Sr
(art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om
A.
een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2006)
te werven, te huisvesten of op te nemen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°)
en/of
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie ertoe te dwingen en/of ertoe te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) te ondernemen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
en/of
B.
opzettelijk voordeel te trekken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2006) (sub 6)
en/of
opzettelijk voordeel te trekken uit (de) seksuele handelingen van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2006) met of voor een derde tegen betaling terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 8)
daartoe opzettelijk
- die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) een (veel te) mooie meid/mooie meiden was/waren en/of dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) geld tekort kwam(en) en/of dat hij wel een manier wist voor haar/hen om een paar honderd euro per maand, althans (veel meer) (snel) geld te kunnen verdienen en/of dat ze het (hiermee verdiende) geld bij elkaar zouden leggen en dan door 4(en) zouden delen en/of dat zij een deel zou(den) krijgen en verdachte een deel en/of
- die [slachtoffer 1] heeft benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich voor te doen als vrouw en) met (een) (oude en/of eenzame) man(nen) te chatten/praten en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft gevraagd om (naakt)foto’s van zichzelf naar hem, verdachte, te sturen (welke hij dan zou gebruiken in het contact/de chat(s) met die (oude/eenzame) mannen) en/of die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat ze (naakt)foto’s moest sturen en dat als ze dit niet deed hij zou doorgeven bij de begeleiding/leiding dat die [slachtoffer 1] een telefoon (tot haar beschikking) had en/of die [slachtoffer 1] 30 euro, althans enig geldbedrag heeft gegeven en/of laten geven en/of
- die [slachtoffer 1] een telefoon heeft gegeven zodat zij met verdachte contact kon onderhouden in verband met dit voorstel/idee en/of
- die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat hij een huis zou kopen/huren zodat zij ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of andere meisjes) dan in dat huis konden (gaan) chatten/praten (met mannen) en/of achter de computer konden (gaan) werken en/of
- een mail heeft gestuurd naar die [slachtoffer 1] met instructies om de app Surespot te downloaden en/of
- via een speciale app (SureSpot en/of Justtalk) contact heeft gelegd en/of onderhouden met die [slachtoffer 1] (omtrent dit voorstel/idee) en/of
- die [slachtoffer 1] heeft gezegd: “kom bij me slapen” en/of “ik ben dark chocolate en/of vitamine c” en/of “laat me mijn vingers in je steken”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] (aldus) heeft benaderd met het voorstel om te (gaan) chatten/praten met mannen met als (uiteindelijk) doel om die [slachtoffer 1] webcamwerkzaamheden en/of sexwerkzaamheden te laten verrichten
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
artikel 273F sub 2, 4, 6 en 8 jo 45 Sr
(art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht)
2
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland
een ander, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2005),
* heeft geworven met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en/of
* door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
immers heeft verdachte
- die [slachtoffer 2] voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] ) een mooie meid/mooie meiden was/waren en/of dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] ) geld tekort kwam(en) en/of dat hij wel een (makkelijke) manier wist voor haar/hen om geld te verdienen en/of dat die [slachtoffer 2] tussen de 200 en 500 euro, althans (veel) geld hiermee kon verdienen en/of dat het verdiende geld tussen hen (drieën) verdeeld zou worden en/of
- die [slachtoffer 2] benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten/praten en/of
- die [slachtoffer 2] gevraagd om (een) foto(’s) van zichzelf naar hem, verdachte te sturen en/of gevraagd of hij een (instagram) foto van die [slachtoffer 2] mocht gebruiken (tenbehoeve van een aan te maken account/profiel en/of het contact/de chat(s) met die (oude/eenzame) mannen) en/of
- die [slachtoffer 2] instructies gegeven om de app Surespot te downloaden en/of
- via een speciale app (SureSpot en/of Justtalk) contact gelegd en/of onderhouden met die [slachtoffer 2] (omtrent dit voorstel/idee) en/of
- geld overhandigd aan die [slachtoffer 2] (als financiele vergoeding) en/of
- een telefoon aan die [slachtoffer 2] overhandigd (zodat die [slachtoffer 2] deze kon overhandigen aan slachtoffer [slachtoffer 1] in verband met het gedane voorstel/idee) en/of
- die [slachtoffer 2] (aldus) benaderd met het voorstel om te (gaan) chatten/praten met mannen met als (uiteindelijk) doel om die [slachtoffer 1] webcamwerkzaamheden en/of sexwerkzaamheden te laten verrichten
artikel 273F sub 2 en 4 Sr
(art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om
A.
een ander, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2005),
te werven, te huisvesten of op te nemen met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°)
en/of
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie ertoe te dwingen en/of ertoe te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) te ondernemen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
en/of
B.
opzettelijk voordeel te trekken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2005) (sub 6),
en/of
opzettelijk voordeel te trekken uit (de) seksuele handelingen van [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 3] 2005), met of voor een derde tegen betaling terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sub 8)
daartoe opzettelijk
- die [slachtoffer 2] heeft voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] ) een mooie meid/mooie meiden was/waren en/of dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] ) geld tekort kwam(en) en/of dat hij wel een (makkelijke) manier wist voor haar/hen om geld te verdienen en/of dat die [slachtoffer 2] tussen de 200 en 500 euro, althans (veel) geld hiermee kon verdienen en/of dat het verdiende geld tussen hen (drieën) verdeeld zou worden en/of
- die [slachtoffer 2] heeft benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten/praten en/of
- die [slachtoffer 2] heeft gevraagd om (een) foto(’s) van zichzelf naar hem, verdachte te sturen en/of heeft gevraagd of hij een (instagram) foto van die [slachtoffer 2] mocht gebruiken (ten behoeve van een aan te maken account/profiel en/of het contact/de chat(s) met die (oude/eenzame) mannen) en/of
- die [slachtoffer 2] instructies heeft gegeven om de app Surespot te downloaden en/of
- via een speciale app (SureSpot en/of Justtalk) contact heeft gelegd en/of onderhouden met die [slachtoffer 2] (omtrent dit voorstel/idee) en/of
- geld heeft overhandigd aan die [slachtoffer 2] (als financiele vergoeding) en/of
- een telefoon aan die [slachtoffer 2] heeft overhandigd (zodat die [slachtoffer 2] deze kon overhandigen aan slachtoffer [slachtoffer 1] in verband met het gedane voorstel/idee) en/of
- die [slachtoffer 2] (aldus) heeft benaderd met het voorstel om te (gaan) chatten/praten met mannen met als (uiteindelijk) doel om die [slachtoffer 2] webcamwerkzaamheden en/of sexwerkzaamheden te laten verrichten
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
artikel 273F sub 2, 4, 6 en 8 jo 45 Sr
(art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht)
3
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 9 juni 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
A)
een ander, te weten [slachtoffer 3] (geboren [geboortedag 4] 2002)
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie te werven, te huisvesten of op te nemen, met het oogmerk van (sexuele) uitbuiting van die [slachtoffer 3] (sub 1)
en/of
met een van de onder 1° genoemde middelen te dwingen en/of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling te ondernemen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten (al dan niet van seksuele aard) (sub 4°)
en/of
B.
opzettelijk voordeel te trekken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 3] (geboren [geboortedag 4] 2002) (sub 6)
daartoe opzettelijk
- die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat zij ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) een mooie meid/mooie meiden was/waren en/of dat hij wist dat zij ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) geld tekort kwam(en) en/of dat hij wel een manier wist voor haar/hen om (veel) geld te verdienen en/of
- die [slachtoffer 3] heeft benaderd met een voorstel/idee om geld te verdienen door (zich voor te doen als vrouw en) met (oude en/of eenzame) mannen te chatten/praten en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gevraagd om foto’s van zichzelf naar hem, verdachte te sturen (welke hij dan zou gebruiken in het contact/de chat(s) met die (oude/eenzame) mannen) en/of
- een mail heeft gestuurd naar die [slachtoffer 3] met instructies om de app Surespot te downloaden en/of
- via een speciale app (SureSpot en/of Justtalk) contacten heeft gelegd en/of onderhouden met die [slachtoffer 3] (omtrent dit voorstel/idee) en/of
- die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat ze (veel) geld hiermee zou(den) kunnen verdienen en/of dat ze “70/30%” met dit (voorstel/idee) zou(den) kunnen verdienen en/of
- die [slachtoffer 3] (aldus) heeft benaderd met het voorstel om te (gaan) chatten/praten met mannen met als (uiteindelijk) doel om die [slachtoffer 3] webcamwerkzaamheden en/of sexwerkzaamheden te laten verrichten
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
artikel 273F sub 1, 4 en 6 jo 45 SR
( art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht )