In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 januari 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een B.V. uit [plaats], tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen een beslissing van het UWV van 21 september 2023, waarbij de loongerelateerde uitkering van een (voormalig) werknemer per 22 november 2023 zou veranderen in een loonaanvullingsuitkering. Eiseres stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 11 oktober 2023.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 22 augustus 2024 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak een besluit moet nemen, maar in dit geval wordt een termijn van vier maanden opgelegd om een zorgvuldige heroverweging mogelijk te maken.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat het UWV de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.