Beoordeling door de rechtbank
11. De rechtbank beoordeelt aan de hand van wat eiseres in beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden, of het UWV terecht de WIA-uitkering van eiseres heeft beëindigd. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
12. In de beroepsgronden, de ingebrachte medische informatie en dat wat is besproken tijdens de zitting heeft de rechtbank reden gezien om te twijfelen aan de juistheid van de beoordeling van het UWV. De rechtbank heeft orthopedisch chirurg dr. [naam 1] en verzekeringsarts dr. [naam 2] als deskundigen benoemd. De deskundigen hebben op 25 juli 2024 gerapporteerd.
13. Eiseres geeft in reactie op de deskundigenrapporten aan dat haar probleem nu juist is dat de mate waarin zij haar beperkingen ervaart niet verklaarbaar zijn. Zij herhaalt dat contact met de re-integratie arbeidsdeskundige van toegevoegde waarde zou zijn geweest en dat de geduide functies voor haar praktisch niet uitvoerbaar zijn.
14. Het UWV heeft geen aanleiding gezien om inhoudelijk te reageren op de deskundigenrapporten.
15. Volgens vaste rechtspraak geldt als uitgangspunt dat de rechtbank het oordeel van een onafhankelijke en door haar ingeschakelde deskundige volgt als de motivering van deze deskundige haar overtuigend voorkomt. Deze situatie doet zich hier voor. De rechtbank licht dit hierna toe.
16. De deskundigenrapporten geven blijk van een zorgvuldig onderzoek en zijn inzichtelijk en consistent. De deskundigen hebben alle beschikbare medische informatie in de beoordeling betrokken en hebben eiseres onderzocht.
17. Deskundige [naam 1] heeft gemotiveerd dat hij de ernst van de klachten en beperkingen die eiseres aangeeft, niet kan verklaren in relatie tot de mate van afwijking van het schaambeen. Volgens hem is er een discrepantie tussen de ernst van de klachten en beperkingen enerzijds, en het stationaire aspect van de afwijking en omvang van de afwijking anderzijds. De ernst van de aangegeven beperkingen met betrekking tot gebruik van de hand en pols kan hij in beperkte mate orthopedisch verklaren door de CMC-1 artrose beiderzijds. De rugklachten en aangegeven beperkingen kan hij niet verklaren op orthopedisch vakgebied, er zijn normale bevindingen van de rug bij lichamelijk onderzoek. Daarnaast is er geen relatie tussen rugklachten en artrose van de rug.
18. Deskundige [naam 2] heeft de door deskundige [naam 1] geleverde medische objectiviteit als vertrekpunt genomen voor de lichamelijke stoornissen van eiseres. Conform het medisch arbeidsongeschiktheidscriterium heeft hij voor deze geobjectiveerde stoornissen onderzocht of de door eiseres ervaren klachten en door haar ervaren beperkingen en handicaps onderling consistent samenhangen om tot arbeidsbeperkingen aanleiding te geven op 25 maart 2022. Deze arbeidsbeperkingen heeft hij vervolgens getoetst aan de FML. Hij acht de beperkingen zoals aangegeven in de FML niet bovenmatig toegekend of onderschat als een gemiddelde inschatting van de mogelijkheden van eiseres. De verminderde arbeidsduur van vier uur per dag en 20 uur per week is adequaat gesteld voor de energetische beperking door de pijn die zij, weliswaar in wisselende mate, ervaart door het grillige beloop van haar klachten. Hij ziet geen gronden om aanvullende medische beperkingen te stellen.
19. De rechtbank is van oordeel dat deskundige [naam 2], op basis van het deskundigenrapport van deskundige [naam 1], voldoende duidelijk heeft gemotiveerd geen reden te zien om andere of aanvullende beperkingen aan te nemen ten opzichte van het UWV. De rechtbank ziet ook geen andere redenen om het onderzoek van de deskundigen ondeugdelijk te vinden. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het UWV eiseres terecht in staat heeft geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen in de FML.
Arbeidskundige beoordeling
20. Deskundige [naam 2] heeft aangeven dat hij contact met de re-integratie arbeidsdeskundige niet als toegevoegde waarde heeft geacht, omdat deze arbeidsdeskundige niet over de medische vragen gaat die door de rechtbank aan hem zijn gesteld. De rechtbank kan deze redenering volgen. Daarnaast heeft het UWV terecht aangegeven dat een arbeidsdeskundige zelfstandig onderzoek doet en de aangewezen deskundige is om de vastgestelde functionele mogelijkheden te vertalen naar de mate van geschiktheid voor arbeid, en dat er geen verplichting bestaat tot overleg met andere professionals of collega’s. Ten slotte blijkt zowel uit de arbeidsdeskundige rapportage van 21 januari 2022 als uit de FML en het deskundigenrapport van deskundige [naam 2] dat rekening is gehouden met het grillige klachtenpatroon van eiseres. Er zijn geen aanknopingspunten om aan te nemen dat het arbeidskundig onderzoek van het UWV onvolledig is of onzorgvuldig is uitgevoerd.
21. Het standpunt van eiseres dat zij niet in staat is de geduide functies te verrichten is in feite gericht tegen de FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. Gelet hierop mochten de door het UWV gehanteerde functies worden gebruikt voor de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres. Op basis van de inkomsten die zij met deze functies kan verdienen, heeft het UWV een berekening gemaakt die leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid van 25,65%. Omdat eiseres tegen deze berekening geen gronden naar voren heeft gebracht, gaat de rechtbank uit van deze mate van arbeidsongeschiktheid. Omdat pas recht bestaat op een WIA-uitkering bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35% of meer, mocht het UWV bepalen dat eiseres vanaf 25 maart 2022 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering.